Automatisch stond er een warmteterugwin-installatie op de planning, aangezien er geen ventilatieroosters in de huidige ramen zijn opgenomen. En na de nieuwe voorzetwanden is er geen enkel kiertje meer waar wat frisse lucht door naar binnen kan sijpelen.
We kwamen erachter dat hiervoor ongeveer een kilometer aan slangen door ons huis zou worden getrokken en via roosters continu een zacht gebrom te horen zou zijn. Na het zien van de prijsopgaaf besloten we resoluut dat we die hele wtw geheel achterwege laten. In plaats daarvan maken we kleine gaten in de gevel die naar behoefte open, een beetje open of dicht kunnen worden gezet. Lekker low-tech.
Maar blijkbaar momenteel nogal atypisch. Zo zijn de vorige bewoners verhuisd naar een nieuwbouwwoning met ingenieus ventilatiesysteem. En het is niet de bedoeling dat ze een raam open zetten voor wat frisse lucht. Hoe kan het toch dat in de verduurzamingsslag de installatiebranche vooroploopt? In veel typologieën – zoals woningbouw maar ook in scholen – zijn de voorgeschreven installaties de norm waar niet vanaf geweken mag worden. Dat leidt geregeld tot over-dimensionering van installaties.
Gelukkig gloort er hoop aan de horizon. Zo schreef Floortje Keijzer deze week dat veel marktpartijen zich voorbereiden op strengere regels uit Europa die eraan komen. Woningbouw gaat de komende jaren over CO2-arme materialen én low-tech ontwerpen, met minimale installaties. Het wordt de kunst om het energieverbruik af te zetten tegen de extra materiaalvraag. Dat kan zomaar betekenen dat dubbelglas soms toch duurzamer is dan tripelglas.
Groet! Merel
PS Lees de hartenkreet van Mechthild Stuhlmacher!










