Hij schreef het in een halfduister appartement in het centrum van Antwerpen, ijswater bij de hand, ventilator op zijn gezicht en de rolluiken gesloten – allemaal in een poging de eerste hittegolf van de zomer enigszins comfortabel door te komen. Het resultaat is een verkenning hoe esthetiek, verbeelding en 'meer-dan-menselijke' perspectieven een nieuwe ecologische rijkdom kunnen ontsluiten – voorbij spreadsheets en CO2-tabellen.
Enkele weken later toog Floortje Keijzer naar Landgoed Blankwater in Limburg. Daar ontwierp Jasper Smits Architecten een boshuis, een groepsaccommodatie van 730 vierkante meter, helemaal in hout. Het resultaat? ‘Prachtig zowel buiten als vanbinnen, ruwe bolster blanke pit.’ ‘Mooi hoor.’ ‘Erg mooi.’ ‘Zo wil ik wonen.’ ‘Bijzonder fraai.’ ‘Prachtig.’ ‘Echt mooi.’ Tenminste dat zijn de reacties van vakgenoten op LinkedIn.
En dat terwijl de bouw ervan niet zonder slag of stoot ging. ‘Elke aannemer zei dat er te veel glas in het ontwerp zit, waardoor de bouw te duur is en het gebouw te snel opwarmt in de zomer’, vertelde Smits. Maar niks is minder waar. Want door een goede oriëntatie en grote dakoverstekken heeft het boshuis niks te vrezen van de zon. De ruwbouw is bovendien gelijk aan de afbouw waardoor kosten zijn bespaard. Ook zijn geen dure installaties toegepast.
Smits toont hier hoe je met minimale middelen, consequente materiaalkeuzes en sterke gevelcomposities een gebouw maakt dat zowel praktisch en duurzaam als poëtisch is. Kortom, dit is architectuur die redt én raakt. Precies waar Bart Decroos hoopt uit te komen.
Lezen dus beide artikelen!
Groet! Merel
PS Charlotte Thomas heeft een mooi lijstje met must-see monumenten opgesteld voor volgend weekend.