Voor Expo2008 in Zaragoza ontwierp Zaha Hadid een organisch gevormde paviljoenbrug met een huid geïnspireerd op haaienschubben. In theorie kon de huid worden opgebouwd uit gelijkvormige rechthoeken, samengesteld uit tien driehoeksvormen. De praktijk bleek echter weerbarstig: de Nederlandse producent van gevelsystemen Prince Cladding heeft uiteindelijk elk van de negenduizend gevelelementen op maat gemaakt.
De voetgangersbrug in Castleford is het hoogtepunt van een herontwikkelingsprogramma voor het gelijknamige Noord-Engelse stadje. De witte ranke stalen constructie overspant 130 meter schuimend water van de rivier Aire, waarbij de vloeiende lijn van de naastgelegen dam is gevolgd. Het ontwerp van architectenbureau McDowell+ Benedetti is een les in minimalistisch construeren, van de slanke V-vormige schoren tot de lange banken op het brugdek die tevens onderdeel uitmaken van de draagconstructie.
Rijkswaterstaat heeft verspreid over het land opslagterreinen voor zout en materieel, met kleine kantoren voor de medewerkers van de buitendienst. Toen Winfried van Zeeland werd gevraagd een zoutloods te ontwerpen voor het onbemande steunpunt bij Andelst-Zetten tilde hij de opdracht naar een hoger plan: hij ontwierp een gebouw dat ook andere functionaliteiten onderbrengt en zo veel mogelijk is opgebouwd uit prefab elementen.
Aangezien zij hun onderkomen in de toekomst ook willen gebruiken als tentoonstellingsruimte, wensten de opdrachtgevers van een woning op het Steigereiland een grote, open ruimte met veel daglicht, voldoende flexibiliteit en een ingetogen, moderne uitstraling. Om de gevraagde openheid te realiseren, heeft architect Tom Bergevoet de sanitaire ruimtes, opslagvoorzieningen en trappen opgenomen in een gesloten deel dat aan een zijde van de woning is geconcentreerd.
Het Zweedse modemerk Filippa K, in 1993 opgericht door Filippa Knutsson en Patrik Kihlborg, bestormt sinds haar introductie in 2001 de Nederlandse markt. Na Zweden is Nederland de grootste afzetmarkt en dus opende Filippa K onlangs op het Haagse plein De Plaats de deuren van haar vierde Nederlandse winkel. Het interieur benadrukt de stijl van Filippa K: een combinatie van eenvoud, modern minimalisme en duurzaamheid. Spanning ontstaat door de opeenvolging van in contrasterende materialen uitgevoerde ruimtes.
Het ontwerpen van een vierkante doos op een bedrijventerrein lijkt in eerste instantie architectonisch niet de meest uitdagende opdracht. Het is echter een veelvoorkomende opgave en het bureau Bekkering Adams architecten heeft voor de Schuurman Groep in Alkmaar hier op een verfijnde wijze vorm aan gegeven. Door de toepassing van veel glas is het een ongewoon licht bedrijfspand geworden.
Om klanten een exclusieve locatie aan te bieden voor trainingen en evenementen en omdat hij dol is op water, liet de eigenaar van het Belgische adviesbedrijf U Consult een woonboot ombouwen tot 'training ship'. PUUR interieurarchitecten wilde het karakter van de boot respecteren en versterken en tegelijkertijd voorzien van de hedendaagse technieken. Door middel van kleur- en materiaalkeuze is een maritieme sfeer neergezet en accentueert de verlichting het gebogen plafond van het voormalig laadruim.
De filosofie van reclamebureau KesselsKramer is dat inspiratie voor campagnes en merkontwikkeling uit allerlei disciplines kunnen komen en dat communicatie via verschillende media kan worden uitgedragen. Om de uitwisseling van ideeën te faciliteren, vroegen zij FAT een hybride werkomgeving te ontwerpen, waarin een kantoor, een galerie en een winkel zijn gecombineerd. Naast de verkoop van producten en boeken krijgen kunstenaars, ontwerpers en fotografen de kans hun werk te tonen.
In het ontwerp voor de transformatie van het voormalige Nighttown naar WATT zijn sfeer en duurzaamheid de basis. Omdat mensen een club niet bezoeken vanwege de duurzaamheid, maar om elkaar te ontmoeten en feest te vieren, staat in WATT (oog)contact maken met anderen in een inspirerende omgeving centraal. Bezoekers kunnen door het gebouw dwalen, waarbij elke plek een eigen sfeer en uitstraling heeft, en dankzij de genereus aangebrachte zichtlijnen kijken en zich laten bekijken.
In de zoektocht naar ruimte in steden is optoppen een bouwmethode die steeds vaker wordt toegepast. Het is dan ook een aantrekkelijk concept: optoppen vraagt geen bouwgrond, het is vaak goedkoper dan slopen en nieuwbouw en, voor de liefhebber, zorgt het voor een afwisselend stadsbeeld. Het kan echter ook problemen met zich meebrengen. Want wat als de oudbouw niet voldoet aan de technische eisen die nu worden gesteld?
Distilleerderij Nolet stookt al sinds de oprichting in 1691 jenever in Schiedam. Het bedrijf verwelkomt jaarlijks duizenden bezoekers in zijn historische complex. Toen de familie Nolet de fabriek onlangs wilde moderniseren en uitbreiden, leken ruimtegebrek en de slechte bereikbaarheid voor vrachtverkeer een verhuizing naar een industrieterrein noodzakelijk te maken. Architecten van Mourik maakte een plan waardoor de distilleerderij op zijn historische plek kon worden gehandhaafd.
Het Textielmuseum in Tilburg, gevestigd in een monumentaal complex van zeven gebouwen uit verschillende tijden, is onlangs voorzien van een nieuwe ordening, een entreegebouw en een archiefruimte. Cepezed koos voor een strakke vormgeving, die het contrast tussen oud- en nieuwbouw versterkt. Met name de wens om het entreegebouw zo transparant mogelijk te maken, heeft tot technisch interessante oplossingen geleid.
Het gemeenschapscentrum is in Nederland een tamelijk onbekend fenomeen. In België staat er echter in bijna elke gemeente één. Een gemeenschapscentrum is te vergelijken met het Nederlandse poppodium. Een belangrijk verschil tussen beide is dat gemeenschapscentra zich hoofdzakelijk richten op de lokale bevolking. Het gemeenschapscentrum dat onlangs werd opgeleverd in Avelgem, is een compact en strak volume dat nauwelijks laat vermoeden dat het een boeiend interieur heeft.
Soms lijken de randvoorwaarden waar een architect mee moet werken in eerste instantie zo tegenstrijdig dat er een dwingend beroep wordt gedaan op zijn creativiteit. Het ontwerp dat het Zwitserse architectenbureau Gigon/Guyer maakte in het centrum van Almere, bewijst dat schijnbaar onverenigbare condities kunnen leiden tot een originele oplossing met een levendige architectuur als resultaat.
De term 'Gesamtkunstwerk' dateert uit de negentiende eeuw en betekent in de eerste plaats het volmaakte samenspel van alle kunsten. Voor de architectuur houdt dit vaak in dat de architect alle aspecten van een gebouw, zoals inrichting, verlichting en muurdecoratie, integreert. Het ontwerp is tot in het kleinste detail één geheel. Het architectenbureau Zandbelt&vandenBerg lijkt met de Villa in de duinen hier een betekenis aan te hebben toegevoegd.
Voor jonge architectenbureaus is een eerste grote zelfstandige opdracht een proeve van bekwaamheid. Nanne de Ru en Charles Bessard, de oprichters van Powerhouse Company, grepen de opdracht voor een villa in de bossen rondom Ede aan om hun ideeën omtrent het bedrijven van architectuur te vertalen naar de praktijk. Hierbij gaan ze niet uit van een eigen stijl of vormwil, maar stellen ze de opdrachtgever centraal.
De Franse architect François Roche verwierf grote bekendheid door zijn kritiek op de moderne samenleving, in het bijzonder door zijn houding tegenover het klimaat. Volgens Roche laat de architectuur zich niet herleiden tot een keuze tussen vorm en functie. Tal van andere overwegingen spelen hierbij een rol. Het leidende beginsel is niet de functie, maar het gebruik dat van een gebouw wordt gemaakt. Met deze opstelling levert Roche een krachtige bijdrage aan de renaissance in het ontwerpen met natuur.
De Bank of America laat in het hartje van Manhattan een groene kantoortoren bouwen met diverse 'nieuwe' technieken, waaronder een van de eerste warmtekrachtcentrales in New York. De meerkosten worden niet terugverdiend met energiebesparing. Maar de opdrachtgevers zouden geen Amerikanen zijn als ze niet precies wisten waarmee dan wel: de productiviteit van de werknemers stijgt naar verwachting met tien à vijftien procent.
