Van het plan voor 150 grondgebonden woningen, welke de portieketageflats moeten vervangen, zijn in fase I 37 gerealiseerd. Duurzaamheid moet gezocht worden in low-tech en lange-termijn oplossingen, nl de opwaardering van de wijk, gebruikmakend van de nog aanwezige karaktervolle elementen: het groene park, de (historische) bomen, de 100 jaar oude mijnwerkerswoningen.
De nieuwbouwwoningen sluiten, zonder historiserend te willen zijn, stedenbouwkundig en in materiaalgebruik aan op de mijnwerkerswoningen. Een diversiteit van typologieën (medior, starter- en kangoeroewoning), plattegronden en ruimtelijkheid zorgt voor keuzemogelijkheden voor en diversiteit van bewoners. Daglicht komt tot diep in de woning middels grote raamopeningen, vides en dakvensters.
Gekozen is voor materialen met een lange levensduur. De structurele opbouw is van Thermospan blokken, een houtvezelcement product van restmateriaal uit de houtindustrie. Deze gebouwschil werkt als een dikke, thermisch ademende winterjas, die tevens de waterdichting waarborgt, waardoor de gevelafwerking een representatie is geworden. Om deze gevelafwerking te minimaliseren is gekozen voor gelijmd metselwerk, gebakken in dikten van 15 en 25mm. Er zijn zoveel mogelijk producten en bedrijven uit de regio betrokken om de lokale economie te steunen en transport te minimaliseren, en zo de cyclus conform de filosofie van Johannes Leliman 100 jaar geleden, weer te sluiten.