Nieuw jaar, nieuwe gezichten 
De nieuwe partners van Kossmanndejong. Beeld David Vroom

Nieuw jaar, nieuwe gezichten 

Afgelopen weken ontvingen we op de redactie meerdere persberichten van nieuwe partners binnen (interieur)architectenbureaus. Een nieuw architectuurjaar vertaalt zich in nieuwe gezichten aan het roer. Zo kwam interieurarchitect Jan Paul de Ridder, na een uitstap van 10 jaar, terug bij EGM architecten waar hij eerder al 15 jaar werkzaam was. De Ridder is benoemd tot associate interieurarchitect en buigt zich over EGM interieur, één van de pijlers van het bureau. Het team waar hij leiding aan zal geven werkt aan zowel projecten van EGM als op zichzelf staande interieurontwerpen. Met de benoeming van De Ridder telt EGM zes associates.

Ook het interieurbureau Kossmandejong (KDJ) schuift drie nieuwe gezichten naar voor. Robert van der Linde, Niels de Jong en Femke Bijlsma volgen Herman Kossmann en Mark de Jong op als partners. Ruim 25 jaar geleden richtten Kossmann en De Jong het bureau, gekend van hun tentoonstellingsarchitectuur voor o.a. Groote Museum in Artis, vier tentoonstellingen in Paleis het Loo en Expeditie Schone Wereld door de fabriekshallen van HCV Alkmaar, op. De drie nieuwe partners zijn al meerdere jaren werkzaam binnen KDJ en zetten de koers van het bureau voort.

Andere nieuwe gezichten zijn Laurens van der Wal (1991) en Sebastiaan van Kints (1991) van bureau Walden. Ik sprak deze jonge idealistische heren over hun – bijna filosofische – architectuurpraktijk waar de relatie tussen mens en natuur centraal staat. Sinds hun studie aan TU Delft focussen ze zich op natuurinclusief ontwerp en lokale biobased materialen. De diversiteit aan projecten, lees: van meubel tot stedenbouwkundige visie, reflecteert hun kennis van vakgebieden als biologie, filosofie en architectuur. Alles binnen deze richting onderzoeken en realiseren ze, alles erbuiten bewust niet. Van der Wal: ‘Tot nu toe hebben we nauwelijks meegedaan aan tenders en wedstrijden. We hebben iets tegen dat vaak onbetaalde karakter.’ 

En terecht. Talloze jonge starters draaien zich in bochten en maken onbetaalde uren om hun portfolio’s te laten groeien. Op de vraag of tenders nodig zijn voor de groei binnen bureau Walden antwoordt Van Kints: ‘Wij willen alleen maar projecten doen waarvan we denken, zo maken we een betere wereld. Anders hoeft het niet. Daarom groeien we voorzichtig.’

Ben of ken jij jonge bureaus die ook aanlopen tegen deze harde tendercultuur, of wil je hier hersenspinsels over delen, ik hoor het graag!

Laat het me weten op charlottethomas@vmnmedia.nl. 

Fijne zondag! Veel leesplezier!

Charlotte Thomas

Charlotte Thomas

Vakredacteur interieur & design

Charlotte Thomas (1992) is vakredacteur Interieur & Design. Ze studeerde af als kunst- en architectuurhistoricus. En heeft onder meer gewerkt bij Stroom Den Haag, Museum Het Schip, AFFR, Vice, Van Eesteren Museum en Galerie Bart. Heb je ideeën, vragen of opmerkingen? Mail naar: charlottethomas@vmnmedia.nl

De doorgang op links met Fox food court en de entreehal op rechts bij Royale Belge door Bovenbouw, Caruso St John en DDS+. Beeld Filip Dujardin

Aan het projecthoppen

Afgelopen maand mocht ik enkele bijzondere projecten bezoeken. Al enige tijd stond de transformatie van het functionalistische kantoor Royale Belge op mijn radar. De verbouwing van megalomaan bedrijfsgebouw naar belevenishotel door Bovenbouw, Caruso St John Architects en DDS+ stelde niet teleur. De betrokken architecten transformeerden het afgesloten kantoor naar een toegankelijke werk- en verblijfsplek, inclusief een foodmarket in de semipublieke plint waar onder meer de buurtbewoners elkaar treffen.

Dance Dance Sit Sit door Tomas Dirrix, Team Thursday en Koen Taselaar. Beeld Titia Hahne

Het stedelijk interieur

De druk op de openbare ruimte binnen de (groot)steden neemt toe. Het spanningsveld tussen publieke en privéruimte is groot. Mensen wonen, werken en leven op steeds dichter op elkaar. We ontmoeten onze medemens in talloze gemeenschappelijke ruimten. Veel van deze ontmoetingsplaatsen kan je beschouwen als (stedelijke) interieurs. Deze plekken dragen bij aan het stedelijke welzijn. Straten, pleinen, binnenhoven maar ook gebouwen fungeren dan als openbare ruimte. Zo zien we in recente nieuwbouwprojecten de ambitie om de stad te betrekken in het gebouw.

Kantoor Vol Afval, KaVA. Beeld Stijn Poelstra

De interieurwereld denkt om

De kogel is door de kerk! Maar liefst 36 interieurprojecten zijn geselecteerd voor de ARC24 Interieur Awards. De longlist kent een grote variëteit. Merkwaardig is het hoge aantal renovatie- en transformatieprojecten. Zo transformeert Bureau Fraai een monumentale kapel tot psychologenpraktijk, en renoveert Popma ter Steege een verouderd defensiekantoor naar nieuw Rijksvastgoedkantoor op het voormalige marinevliegkamp Valkenburg. De toenemende aandacht voor hergebruik, duurzame materialen en circulariteit valt ook op.

SO-IL op de Triënnale van Brugge. Beeld Filip Dujardin

De kracht van tijdelijke architectuur

Terwijl ik deze intro van de themanieuwsbrief schrijf, bevind ik me op Milan Design Week 2024. Omringd door een elite designpubliek van alle uithoeken van de wereld zit ik op een pop-upterras van een galerie. En niet zomaar een galerie, het is een van de beste Italiaanse studio's die gespecialiseerd is in het opknappen van mid-century modern design en het voor een tienvoud - misschien zelf honderdvoud - van de originele aankoopprijs verkoopt.