Architectuur na Covid-19: Hoe gaat de stad eruit zien?
Branimir Medic, directeur en partner bij de Architekten Cie, en Hans ter Horst van Senior Adviseur bij Carlisle CM Europe (CCM). Foto: Bibi Neuray / Dutch Photo Agency

Architectuur na Covid-19: Hoe gaat de stad eruit zien?

Binnenstedelijke bebouwing verandert door Covid-19. Met name door het massale thuiswerken, is er een andere blik nodig ten aanzien van de inrichting van de stad. Dat zeggen Branimir Medic, directeur en partner bij de Architekten Cie, en Hans ter Horst van Senior Adviseur bij Carlisle CM Europe (CCM), tijdens een gesprek bij het circulaire paviljoen Circle op de Zuidas in Amsterdam. Want hoe behoud je de leefbaarheid in de stad met zoveel thuiswerkers?

“De tijd van gescheiden functies van gebouwen is voorbij”, begint Medic. Als ontwerper van binnenstedelijke bebouwing ziet hij de coronapandemie als een nieuw begin. “Stedenbouw is altijd aan verandering onderhevig maar nu in een versnelde vorm. Ik geloof in hybride gebouwen en ben groot voorstander van gebouwen met verschillende functies.”

In de publieke ruimte is er door Covid-19 bovendien een herwaardering voor groen constateert hij. “Groen wordt enorm belangrijk. Niet alleen in de buitenruimte, maar ook voor daken en gevels. Mensen kunnen minder makkelijk naar cafés of restaurants om elkaar te ontmoeten. Bovendien wonen veel mensen in kleine appartementen en die willen naar buiten. Groen is opeens weer een ontmoetingsplek. Ik woon dichtbij het Beatrixpark in Amsterdam en dat was altijd een rustig park. Inmiddels is dat verandert in de woonkamer van de wijk.”

Hoe de toekomst van kantoren eruit ziet? “Het kan compacter, want kantoren worden meer een ontmoetingsplek. Dat is een nieuwe ontwikkeling. Niemand heeft de precieze antwoorden, maar zeker is dat mensen elkaar moeten blijven ontmoeten.”

Garden cities

Dit idee van groen in de stad is niet nieuw. Heel lang is het in de stedenbouwkunde mode geweest om groene zones tussen gebouwen te plannen. Medic: “Dat idee uit de wederopbouw van ‘garden cities’ komt weer terug. De Westelijke tuinsteden en Zuidoost zijn hier voorbeelden van. Doordat manieren van transport zich heel snel ontwikkelden, konden mensen opeens veel verder naar buiten en dus verder weg op vakantie. Nu kijken we juist weer naar mogelijkheden om op vakantie te gaan in Nederland. In de architectuur moet de publieke ruimte weer meer gaan dienen als ontmoetingsplek.”

Groen wordt enorm belangrijk. Niet alleen in de buitenruimte, maar ook voor daken en gevels”

Ter Horst herkent dit beeld. “Ik ben opgegroeid in Amsterdam Zuidoost. Alle wegen werden hoger aangelegd, het groen beneden. De bedoeling was om mensen naar beneden te trekken en er waren veel wandelgebieden. Door de leegstand die ontstond en de migratie naar Nederland bleven die parken ook vol, want mensen uit zuidelijker gelegen landen zijn sowieso meer gewend om buiten te leven en parken op te zoeken.”

Nieuwe technologieën

Er is ook een vergelijking tussen de huidige situatie en de jaren zeventig te trekken, vindt Ter Horst. “Die tijd stond in het teken van vrijheid. Millenials hebben diezelfde vrijheidsdrang. Deze nieuwe generatie werkt niet voor een baas, maar wil voor zichzelf werken. Er is een reactie op de ‘consumer society’. Tegen consumentisme en voor een duurzamere wereld.”

Medic: “Daarom moeten wij van deze periode leren, niet alleen in de architectuur. Om veranderingen teweeg te brengen heb je een kritische massa nodig. Dat mensen veel meer bewust leven, moeten we accepteren en meenemen in onze ontwerpen.” Ter Horst vult aan: “Als we ergens bouwen dan halen we ook groen weg. Dus het uitgangspunt moet zijn om mensen daar ook iets voor terug te geven. Dat willen mensen.”

Om veranderingen teweeg te brengen heb je een kritische massa nodig”

Maar hoewel groen in de stad en groene gebouwen niet perse vernieuwend zijn, is de huidige situatie wel anders. Ter Horst: “In de naoorlogse periode stond bouwen gelijk aan snel bouwen. Toen liepen we tegen een aantal problemen aan, nu zijn we veel verder. Want groen opnemen in en op gebouwen vergt veel van een gebouw. Nu zijn er nieuwe technologieën en mogelijkheden.”

Vijfde gevel

Toch is zo’n vijfde – groene – gevel nog steeds een uitdaging om te realiseren. Met name de retentie en wateropvang zijn heel belangrijk. Ook door het veranderende klimaat. Medic: “Hemelwaterafvoeren moeten meer water kunnen verwerken. Dit speelt overal in Europa. Bij de ontwikkeling kiezen opdrachtgevers liever niet voor een groen dak vanwege de kosten. Bewust kiezen voor groen betekent ook kiezen voor onderhoud, dat is duur. Maar de gemeente stuurt wel op duurzame bouw. Dit helpt om een stukje verder te gaan.”

Een voorbeeld van een hybride en duurzaam gebouw is Circle dat de Architekten Cie realiseerde. Medic: “Het is een multifunctioneel gebouw geworden. Een container waarin alles is verenigd. Een vriendelijk gebouw wat contact heeft met de straat.” Op het dak en de gevels van het gebouw is groen aangebracht. Op maaiveldniveau is de tuin van Circle aangelegd, daaronder zijn de parkeergarage van ABN AMRO en een openbare fietsenstalling. Ter Horst vertelt: “Wij hebben de volledige waterdichting voor onze rekening genomen, zowel op het dak als maaiveld is RESITRIX® SKW EPDM dakbedekking aangebracht. Kennis over afdichtingen is onontbeerlijk daarom worden wij  regelmatig in het voortraject betrokken bij dit soort uitdagende projecten.”

De kennis en kunde over dakbedekking is veel groter geworden”

Medic: “Jarenlang is bij een groen dak het idee geweest: een plat dak brengt lekkage. Dat idee verdwijnt langzaam, wat een enorm verschil maakt. Want zolang die perceptie er is, willen opdrachtgevers geen plat dak. Soms zitten in bouwmaterialen zoveel hightech. In de bouw zijn enorme stappen gedaan. Dat is heel belangrijk.”

Ter Horst zegt lachend: “De kennis en kunde over dakbedekking is veel groter geworden. Vroeger groeiden bij platte daken bij wijze van spreken de wortels van de beplanting door het plafond. Nu is het luchtdicht en waterdicht werken, vanuit een hightech-oplossing, meer en meer mogelijk. Er moet altijd wel een gehoor zijn voor die oplossing. Het kan me niet ingewikkeld genoeg. Maar soms ontwikkelen wij EPDM-oplossingen voor een specifiek project die in de bestedingsfase niet altijd worden meegenomen, dat dit risico’s impliceert moge duidelijk zijn. Prijs mag nooit de motivatie zijn om een mooi groen object op voorhand als ‘risico project' in te schalen. De Circle is een voorbeeld van een project hoe het hoort te zijn!”

Dit artikel is gesponsord door Carlisle CM Europe.