De oriëntatie van de paviljoens is gebaseerd op aanwezige richtingen in het achtergelegen kantorencomplex. Niet alleen oriëntatie, maar ook gebouwafmetingen en materiaalgebruik (baksteen) waren nauw omschreven. De vastgestelde gebouwafmetingen waren gebaseerd op een uitwendige gevelrastermaat van 1,80m. De vastgestelde hoogte van 17,20m was gebaseerd op de uitgangspunten van vijflaagse gebouwen, waarbij de begane grond en de als 'mezzanin' ingehangen 1e-verdieping een afwijkende hoogte hebben t.o.v. de overige standaard verdiepingen.
Bij de vormgeving van dit paviljoen is gekozen om het bij de paviljoen 1 en 2 gehanteerde basisthema "raam-penant-raam" op een aantal plaatsen te verlaten door in een aantal zones de raamopeningen te laten vervallen. Het gevelraster is derhalve niet meer overal leesbaar, waardoor een zekere spanning in de gevelcompositie ontstaan is.
Om bij de benadering vanaf de Randwycksingel het gebouw een zichtbaar accent te geven zijn in de zuid-oost hoek van het gebouw de ramen van de drie standaard verdiepingen aan elkaar gekoppeld middels geëmailleerde glasstroken en daarboven een prefab betonluifel. In de gevels is het principe van de als "mezzanin" ingehangen 1e-verdieping afleesbaar d.m.v. de bij elkaar getrokken verticale raampartijen. In de noordgevel wordt dit nog eens geaccentueerd door de grote entreepui t.p.v. de vide.