De vraag naar vernieuwde traditie -een veelgehoorde wens- komt terug in de eenvoud van het archetypische huis gecombineerd met strakke detaillering. Hoofd- en bijgebouw, groot en klein gebroederlijk naast elkaar, zijn uitgevoerd in slechts twee materialen. Stuc en hout gaan met scherpe lijnen in elkaar over. De doorgaande houten wand verbindt de twee en biedt via een grote taatsdeur toegang tot het besloten deel van de achtertuin. Het dak van de uitbouw steekt uit óver de houten wand en maakt een ruime droogloop tot aan de voordeur.
De ruimtelijke entreehal ligt centraal in het huis en zorgt met de vides voor diagonale zichtlijnen tussen alle verdiepingen en daglicht tot op de begane grond. Het daklicht loopt door van de hal tot in de badkamer die direct onder de kap ligt. Door slim met de hoogtes om te gaan en gebruik te maken van onconventionele dakkapellen, is een extra slaapverdieping gerealiseerd. Zo is alle ruimte in dit lichte huis optimaal gebruikt. Bewust bouwen zit hier in de basale principes van energie (extra isolatie, triple glas en installaties), materiaal en daglicht.Ook gebruiks- en toekomstwaarde zijn verankerd in de plattegronden en het bijgebouw biedt de extra ruimte voor atelier,gastenverblijf of 'rugzakwoning'.