In Rotterdam ontwierp KCAP De Piek: een robuuste toren met flexibele woonvormen die laat zien dat stedelijke verdichting in een voormalig industrieel gebied grotesk en luxueus mag zijn. Zelfs de auto krijgt letterlijk een plek in huis. En dat terwijl een toekomst lonkt waarin autoloos wonen juist de norm wordt. Het gebouw laat - door zijn flexibele plattegronden en grote diversiteit aan woonruimten - zien dat woningbouw kan experimenteren met en anticiperen op veranderende levensstijlen.
Wenen toont daarentegen dat de basis van goed wonen niet alleen in experiment zit, maar ook in visie schuilt. Al een eeuw lang investeert de stad in sociale woningbouw, niet als marktproduct maar als maatschappelijk fundament. Van de monumentale Karl-Marx-Hof (1927-1930) tot het duurzame Blok D12 (2011-2015): telkens staat collectiviteit voorop. Een les voor Nederland, waar sociale huur grotendeels wordt wegbezuinigd en de woning als belegging vaker de boventoon voert.
En dan hebben we Almere. Daar verdween de betonnen kantoorkolos de Beurs onder de sloophamer om als spiegelbeeld terug te keren. Het levert nu mixed-use gebouwen op met onder andere woningen en kantoorruimten, en een knipoog naar het verleden. Toch roept het project vooral de vraag op: hadden we niet duurzamer kunnen omgaan met wat er al stond?
PS de Architect organiseert wederom op het AFFR een thematische avond. Op vrijdag 10 oktober verzorgt Wouter Veldhuis een inleiding over de waarde van architectuur voor gemeenschapszin voor de film The Castle. Wees erbij!
Lees mijn editors choice van deze maand en misschien tot op het AFFR!
Groeten,
Charlotte