De bruggen bevinden zich in de groene buitenrand van de stad, met flauw oplopende taluds en relatief brede watergangen. Het ontbreken van een tussensteunpunt in combinatie met de grootte van de vrije overspanning zorgt ervoor dat de bruggen rank ogen. Dit beeld wordt versterkt door de getordeerde houten lamellen. Afgestemd op de specifieke locatie zijn de lamellen open of dicht ‘gedraaid’. Hierdoor ontstaat er een subtiel spel tussen transparantie en geslotenheid. Van een afstand zie je het robuuste vakwerk door de houten lamellen schemeren.
Als je de brug oversteekt ontstaat er een afwisselend beeld tussen open en dicht waardoor de beleving op het het water en de oevers varieert.