In het bestemmingsplan was het maximale volume vastgesteld op 600 m3 (bovengronds), plus 70 m2 aan- en bijgebouwen. Om bewoning door twee gezinnen binnen deze grenzen mogelijk te maken, is de villa deels ondergronds gebouwd en voorzien van een souterrain en een nog dieper gelegen kelder. De begane grondvloer ligt op 1,20 m boven het maaiveld en biedt uitzicht op de groene omgeving van het weidegebied van de Kromme Rijn. De aanbouwen liggen op maaiveldniveau. Het woonprogramma is zo verdeeld over verschillende hoogtes, wat ruimtelijk gezien interessante perspectieven oplevert.
De architectuur
Ook de massaopbouw is in grote lijnen bepaald door het bestemmingsplan en de mogelijkheden van het kavel. In beginsel is ingezet op min of meer identieke plattegronden voor beide woningen. Door deze in de diepte van het kavel ten opzichte van elkaar te verschuiven, zijn rondom de villa buitenruimtes ontstaan met verschillende karakters om zo voor de bewoners voldoende privacy genereren. De verschuiving heeft ook tot effect dat geen enkele gevel gelijk is. Om de eenheid te bewaren zijn de onderlinge volumes met elkaar verbonden met doorgaande metselwerkbalken (trellis). De langgerekte verspringende volumes vormen tevens een verwijzing naar de langgerekte schuren/boerderijen die in dit agrarische gebied veel voorkomen. Om het lengte-effect te versterken, zijn langformaat strengperstenen toegepast die middels een dunbedmortel stootvoegloos zijn verwerkt. De grijsbruine aardetinten van deze stenen zorgen voor een rustige inbedding in het landschap.
De techniek
Het souterrain is geheel uitgevoerd in gestort beton. Op de betonnen onderbouw is een volledig staalskelet geplaatst dat het mogelijk maakt de vele grote overspanningen en de hangende balkons aan de voorgevel te realiseren. De dakvloer is uitgevoerd in een betonnen breedplaatvloer. De binnenspouwbladen zijn uitgevoerd in HSB-wanden met een hoge isolatiewaarde.