De woningen van de meander dienden als eenduidige wand van meer of min gelijksoortige woningen een tegenhanger te vormen van de voorziene diversiteit in architectuur van de vrije sectorkavels aan de overzijde van de weg.
De eerste groep van 8 woningen zijn middels de garage geschakeld, de tweede groep van 13 vrijstaande woningen begint op de plaats waar de ontsluiting voor een later 2e fase voorzien is.
De woningen hebben het woonprogramma op de begane grond, op de 1e verdieping zijn slaapkamers en twee badruimtes. De 2everdieping bestaat uit een werk/studeerkamer, die gekoppeld kan worden aan een optioneel dakterras. De vrijstaande woningen zijn qua plattegrond gespiegeld t.o.v. de geschakelde woningen om zo in de massaopbouw een poortwerking te krijgen bij de entree van de 2e fase.
De gevels van de 2 typen woningen zijn iets anders uitgewerkt, waarbij beide types een antraciet metselwerk plint hebben met daarboven wit geschilderd metselwerk. De kozijnen zijn transparant gelakt.