Dit radicale kantoorgebouw bestaat uit drie bloemachtige octantruimten verbonden door een centrale ruimte van bijzondere geometrie met daarin de centrale voorzieningen als liften, vluchttrappen en toiletten. Iedere octant heeft een eigen centraal trappenhuis waarmee de ruimte met andere etages is verbonden.
Dankzij de octanten is de ruimte open en tegelijkertijd heeft iedere hoek eigen intimiteit. Samen met de extreme lengte van de glazen buitengevel is het ontwerp erop gericht dat iedereen zich onderdeel van de omgeving voelt, bewust wordt van de verwantschap met elkaar en op een natuurlijke manier, door middel van kleur, materiaal en de configuratie van alle elementen, een goede oriëntatie krijgt in de bestaande organische ruimtelijke organisatie van Aldo van Eyck.
Het is de harmonie van het verticale ritme van diverse materialen en kleuren waarmee wij hebben geprobeerd om te antwoorden en verdere verdieping te geven op het verticale ritme dat door Aldo van Eyck was ingezet in dit gebouw. Door de bijzondere geometrie van het gebouw in combinatie met de transparantie en de kleuren ontstaat een vloeibare en lichte omgeving, waar de omliggende stad en het groen onderdeel worden van de ruimtelijke perceptie.