Het complex nodigt uit tot een multifunctioneel gebruik voor deelnemers uit het volledige spectrum van de bouwkolom variërend van bouw, schilders en stukadoors tot interieurbouw, installatie- en infratechniek. Opsplitsing van het programma in vier bouwdelen is de ontwerptechnische oplossing voor de behoefte aan een flexibele verhuurbaarheid van het complex.
Het hoofdgebouw herbergt naast het administratieve centrum dat een inpandige vide over drie bouwlagen omsluit een museum, een grote ontvangstzaal met foyer en een restaurant. De tweede hoofdmassa bestaat feitelijk uit een reeks gestapelde bedrijfshallen. De begane grond is niet voorzien van een dragende betonvloer. De opleiding infra heeft hier haar praktijkruimte waar het oefenen van straatwerk plaatsvindt. Bovenliggende hallen worden gebruikt door het ROC voor de opleidingen voor meubelmakers en schilders. De werkplaatshal omvat naast de grote machinehal ook nog twee lagen voor het ROC en het bouwtechnicum, een praktijkruimte waar techniekopleidingen worden gepromoot. Het laatste gebouw heeft meer de eigenschappen van een reguliere bedrijfshal maar past met haar uitstraling van metselwerk en thermisch verzinkte portalen wel nadrukkelijk binnen het geheel van het complex.
De uit metselwerk opgetrokken hoofdvormen manifesteren zich aan de Kempenbaan. In de contour van gestapelde technische hallen en de kantoorlagen wordt een spel van ramen uitgesneden waarmee het uiteindelijke silhouet wordt bereikt. Metselwerk wordt afgewisseld met de ruwe kwaliteit van thermisch verzinkt staal en glas. Duurzaamheid vormt een groot thema. Toepassing van warmte koude opslag, PV-cellen op de zuidzijde en daglicht via de noordkant van de sheddaken, inpassing van LED beglazing. Allemaal exponenten van de wijze waarop een industriële uitstraling voor het complex wordt vormgegeven. Keuze van materialen en technieken ondersteunt nadrukkelijk de hernieuwde aandacht voor het ambacht en de toepassing van innovatieve technieken die deze bouwopleidingen propageren.