Gevel
Richting het landschap toont het gebouw een abstracte gevel; de gevelopeningen zijn niet vormgegeven als ramen en deuren, maar meer als toevallige lichtspleten. De uitsnijdingen in de roestbruine cortenstalen gevel zijn geïnspireerd op het omringende rietlandschap, waardoor het gebouw opgaat in het coulisselandschap. Grote glasvlakken zijn terugliggend in de gevel geplaatst, waardoor overhitting wordt voorkomen.
Daglichttoetreding
Het interieur is zo licht en helder mogelijk gemaakt. Het daglicht valt binnen lichtstraten in het dak met een oriëntatie op het noorden. Door de samenwerking tussen de cortenstalen gevel met de lichtstraten ontstaat een verfijnd aangenaam werkklimaat met daarnaast de juiste randvoorwaarden voor het exposeren van Friese kunst in de galerie