Het Cuypershuis, anno 1853, is uniek in Nederland: nergens anders wordt het werk van een architect tentoongesteld in een gebouw dat hij (of zij) zelf heeft gebouwd en bewoond. Wat niet wil zeggen dat het zonder slag of stoot geschikt was voor die nieuwe rol als museum. ‘We stonden voor het dilemma wat we konden behouden en wat we moesten slopen’, zegt projectarchitect Jeroen Veefkind van Kern architecten uit Roermond.
Authenticiteit uitgangspunt
De grootste interne ingreep was het omvormen van één van Cuypers’ werkplaatsen, in de kelder, tot toegangs- en verdeelruimte. Wie nu binnenkomt, krijgt meteen een beeld van hoe en waar Cuypers werkte. Veel oorspronkelijke elementen bleven behouden. ‘Wat me persoonlijk vooral veel plezier doet, is dat we veel dichtgetimmerde historische raampartijen met glas-in-lood in oude glorie hebben hersteld. Ze zijn voorzien van achterzetramen om energieverlies te voorkomen. De achterzetramen zorgen er daarnaast voor dat tocht en koudeval tegengehouden worden en dat de geluidsisolatie verbeterd.’