Het voorste ‘formele’ woongedeelte met de dwarskap, is bij een T-boerderij breder dan de achtergelegen deel. Tevens heeft de deel direct achter het voorhuis aan één zijde een (secundaire) entree (zgn. geut). In de materialisatie is het onderscheid tussen voor- en achterhuis verder doorgevoerd; het voorhuis is opgebouwd uit baksteen met keramische pan, weggedetailleerde kozijnen met ranke aluminium ramen, houten vloeren en opgetild van het maaiveld. De deel heeft een houten constructie met gelamineerde spanten, betonnen vloer, traditionele zwarte gevelbekleding in wisselende maat, houten kozijnen die strakke witte kaders vormen.
De doelstelling was om een ruime woning te creëren met behoud van voldoende intimiteit. De ruime ligging maakt het mogelijk om elke ruimte te oriënteren op een specifieke plek; de formele haardkamer gericht op de siertuin aan de voorzijde, de familiekamer en kantoor met vide/bovenlicht en dubbel openslaande deuren naar de dijk, de keuken en eetkamer gericht op de plaats en hoofdslaapkamer die via het overhellende raam (refererend aan het hooiluik) zicht bied op een wiel in het naastgelegen bos.
Provada
