In de jaren zestig en zeventig zijn in België veel appartementengebouwen opgetrokken binnen een stedelijke omgeving. De begane grond werd vaak verkocht aan banken, zodat zij hun netwerk aan kleine filialen konden uitbreiden. Toen dit netwerk in de jaren negentig drastisch werd gereduceerd, kwamen deze commerciële ruimtes, meestal voorzien van een bankkluis in de kelder, leeg te staan. Vanwege de bouwdiepte van de bovengelegen flats waren dit meestal oppervlaktes met weinig daglicht.
Het volledige artikel verscheen eerder in de Architect, nummer 5, 2008, p104-107.