De oudbouw bestaat uit drie losse gebouwen en vier gebouwen met een lange, lineaire structuur, waarvan drie uit de negentiende eeuw en één uit de jaren vijftig van de vorige eeuw. Architect Ronald Schleurholts van architectenbureau cepezed wilde deze ‘vingers’ eerst verbinden met een ‘handpalm’ in de vorm van een glazen entreegebouw op de kop van het complex. Dit plan werd afgekeurd door Monumentenzorg omdat de monumentale panden dan niet meer zichtbaar zouden zijn vanaf de weg. Uiteindelijk is het glazen entreegebouw terechtgekomen in het verlengde van een van de bestaande gebouwen, waarbij glazen corridors zorgen voor de ontsluiting van de rest van het museum. De nieuwbouw is qua maat en schaal aangepast aan de bestaande bouw, terwijl de vorm en de materialen contrasteren.
Het volledige artikel verscheen eerder in de Architect, nummer 11, 2008, p80-85.