Wie naar de voordeur van Villa 1 loopt, ziet zichzelf in een wand van spiegelglas met het bos op de achtergrond. Het is een moment van reflectie voor de bewoners en hun bezoek, alsof ze eraan moeten worden herinnerd op wat voor bijzondere locatie ze zich bevinden. Eenmaal binnen opent zich een constellatie van ruimtes die in elkaar overvloeien. Het uitzicht op de tuin en het omringende groen is een belangrijk thema. Vanuit de centrale ruimte vertrekken drie assen die elk een deel van het programma herbergen. Per as zijn de programmaonderdelen geclusterd. De entree en de trap naar de kelderverdieping zijn opgenomen in een notenhouten element, waarvan de vloeiende rondingen twee werkvertrekken en de muziekkamer definiëren. de keuken is bekleed met zwart natuursteen en een meanderende witte muur definieert de woonkamer en het atelier.
Het volledige artikel verscheen eerder in de Architect, nummer 11, 2008, p56-61.