Remontabel bouwen: geen hele lastige puzzel

Remontabel bouwen: geen hele lastige puzzel

Een gebouw ontwerpen en bouwen dat na verloop van tijd ook weer makkelijk en veilig uit elkaar te halen valt, vergt een andere benadering dan een traditioneel project. Maar anders betekent zeker niet dat het complex is, is de overtuiging van architect Jurrien de Mik van D&M Architecten en VBI.

VBI heeft als producent en leverancier van prefab vloersystemen al de nodige ervaring opgedaan met losmaakbaar en circulair bouwen en deelt die kennis veelvuldig met de sector. Voor D&M Architecten is de industrieel, flexibel en remontabele uitbreiding van het kantoor van Phoenix Contact in Zevenaar, waar de beide bedrijven bij betrokken zijn, het eerste remontabele bouwproject. Het architectenbureau heeft eerder al wel in Zwitserland en Nederland diverse projecten ontworpen waarbij  prefabricage een randvoorwaarde was. D&M maakte het ontwerp voor de Phoenix-uitbreiding, VBI leverde de kanaalplaatvloeren.

Uit elkaar halen

Een bijzondere kennismaking, zegt De Mik terugkijkend op het project dat in de afrondende fase zit. “Het vergt wat puzzelen, maar het is geen hele lastige puzzel. Je moet je realiseren dat je elementen die je normaal samenvoegt nu losse elementen zijn, want je moet het gebouw weer uit elkaar kunnen halen.”

Als het nieuwe gebouw op de huidige locatie niet meer nodig is, wil de opdrachtgever het eenvoudig kunnen demonteren en in zijn geheel weer ergens anders opbouwen.”

De wens van Phoenix Contact, marktleider op het gebied van elektrificatie, koppeling en automatisering, was een uitbreiding die kan voorzien in extra kantoor-, fitness- en opleidingsruimten. Het gaat om een circulaire uitbreiding van vier verdiepingen met een flexibel karakter. Als het nieuwe gebouw op de huidige locatie niet meer nodig is, wil de opdrachtgever het eenvoudig kunnen demonteren en in zijn geheel weer ergens anders opbouwen.

Een belangrijke voorwaarde is daarom dat de staalconstructie en de kanaalplaatvloeren losmaakbaar van elkaar zijn. In dit project is gekozen voor een zelfstandig stabiele staalconstructie, waarin kanaalplaatvloeren zijn gecombineerd met zwevende estrichvloeren en een sandwichgevel met aluminium kozijnen. Ook de installatie bestaat uit losse componenten. Alle verdiepingen zijn flexibel indeelbaar door gebruik te maken van een installatievloer.

Een remontabel project als dat van Phoenix vraagt meer aandacht, heeft De Mik gemerkt, vanwege de afstemming met de aannemer - Welling Bouw |Onderhoud in dit geval - en de noodzaak om controle te houden op de uitvoering. “Wij voeren actief directie. We kijken bijvoorbeeld of alle boutverbindingen wel bereikbaar blijven bij het storten van beton.” Soms zijn er zaken waar de uitvoerende partijen niet aan gedacht hebben en die de losmaakbaarheid in gevaar kunnen brengen. “Dan worden er aanpassingen gedaan, zodat er ruimte ontstaat om het gebouw te allen tijde te kunnen demonteren.”

Remontabel bouwen: geen hele lastige puzzel

Remontabel bouwen is denken in oplossingen

De Mik is gewend om tijdens de hele bouwfase betrokken te blijven en geregeld een bezoek te brengen aan de bouwplaats. Oplossingen bedenken en ervaring opdoen met nieuwe ontwikkelingen maken het vak aantrekkelijk, vindt hij. Dat spreekt hem ook aan van het Phoenix-gebouw. “Mijn vak is meer dan plaatjes maken.” Interessant was bijvoorbeeld de proefopstelling die de aannemer maakte om te testen of de vloeren na bevestiging ook inderdaad goed uit elkaar te halen zijn. En nuttig, want als uitkomst van de test is besloten om de naden van de kanaalplaatvloeren in te spuiten met een middel om het demonteren te vergemakkelijken.

Hoewel De Mik de toenemende aandacht voor remontabel bouwen toejuicht, maakt het volgens hem voor de herbruikbaarheid van onderdelen wel uit na hoeveel tijd een gebouw als de Phoenix-uitbreiding een tweede leven krijgt. “Als we veertig jaar verder zijn is de kwaliteit van de gevelbekleding verminderd door weersinvloeden”. Bij het ontwerpen hebben we bewust een hogere Rc waarde gekozen zodat de sandwichelementen waarschijnlijk in de toekomst voldoen aan de wettelijke eisen.” Voor de vloeren ligt dat anders, die behouden een veel langere tijd hun waarde.

Een ander belangrijk aspect van het demontabel en remontabel bouwen is dat aan het einde van het gebruik van een gebouw er geen sprake is van sloop. Hierdoor worden de hogere ontwerp- en uitvoeringskosten (deels) terugverdiend bij het demonteren en kunnen hergebruiken van de componenten van het gebouw. Hiermee loopt dit project vooruit op de vereiste circulariteit in 2050.

Remontabel bouwen: geen hele lastige puzzel

Kennis en ervaring delen

Met alle kennis die VBI de afgelopen jaren opgebouwd heeft, probeert de vloerenproducent met allerlei initiatieven de bouwkolom al vanaf de allereerste fase te ondersteunen bij het verder brengen van remontabel bouwen.

Zo introduceerde VBI een paar jaar geleden de GreenScore-systematiek, die drie niveaus van duurzaam ontwerpen kent. Het bouwproject van Phoenix Contact is een mooi voorbeeld van Design for Flexibility vanwege de flexibele indeelbaarheid. En tevens van Design for Reassembly, wat betekent dat de draagstructuren in het gebouw zodanig ontworpen zijn dat ze eenvoudig uit elkaar te halen zijn en in een andere constructie opnieuw gebruikt kunnen worden. Het derde niveau betreft Design for Recycling: het toepassen van betongranulaat. Daarvoor is in dit project niet gekozen.

De opzet van GreenScore is om toekomstig hergebruik van gebouwen, elementen en grondstoffen te stimuleren en vooral ook om van elkaar te leren. “We willen herbruikbaarheid opschaalbaar maken”, zegt Peter Musters, adviseur bouwconcepten bij VBI. “Als je een circulair gebouw wilt maken, moet je dat vanaf het begin goed voor ogen houden. Doe je dat pas tijdens de bouw, dan is het heel beperkt wat je nog kunt bereiken.” Losmaakbaar ontwerpen is daarbij geen doel op zich, stelt Musters. “Het doel is om de mate van herbruikbaarheid zo groot mogelijk te maken. Het middel is een remontabel gebouw.”

Dit artikel is gesponsord door VBI.