Van woonhuis naar gemeentehuis
Het gemeentehuis is in 1890 gebouwd in Vlaams neorenaissance-stijl, oorspronkelijk als woonhuis.Het gebouw wordt gekenmerkt door baksteen gevels, witte zandsteen ornamenten, trapgevels, dakkapellen, speklagen en kruisvensters. In 1929 kocht de gemeente het en maakte het tot gemeentehuis.
Grote uitbreiding
De uitbreiding vergroot het volume van 520 vierkante meter naar 2070 vierkante meter. Het bestaande gemeentehuis heeft een hoofdvolume en een zijvleugel dwars daarop. De uitbreiding neemt de dwars- en de langskap hiervan als begin- en eindpunt en sluit ze op elkaar aan. Zo ontstaan er vier gevels met elk een eigen entree en in het hart van het gebouw een atrium.
Programma
Op de begane grond liggen de belangrijkste ruimtes rond het atrium. Op de verdieping ligt rond het atrium een open gang waaraan de burelen gelegen zijn. De trouwzaal bevindt zich in de voormalige raadzaal. De kelder en zolder huizen archiefruimtes, technische lokalen en een grote vergaderzaal voor de politie. De politiepost ligt zelf op de noordwesthoek en is als onafhankelijke entiteit over vier lagen te gebruiken.
Aansluiting oud en nieuw
Voor de aansluiting in de gevel hebben de architecten de vormentaal en het materiaalgebruik van het bestaande gebouw als vertrekpunt genomen. Hierbij waren de rode baksteen vlakken leidend gecombineerd met witte horizontale banden en witte accenten in de ontlastingsbogen boven de vensters.
De sokkel van natuursteen is over de gehele omtrek van de nieuwbouw doorgetrokken. De bestaande kruiskozijnen zijn in de voorgevel geherinterpreteerd.Hoe meer de gevel zich sluit, hoe meer lichte betonnen vlakken zijn aangebracht.
