De Amersfoortse muurhuizen bevinden zich op de fundering van de oudste stadsmuur, die rond 1300 is gebouwd. Omdat de stad in de daaropvolgende jaren sterk groeide, werd er ruim tweehonderd jaar later een tweede muur omheen aangelegd. Op de grond die vrijkwam tussen de oude stadswal en de gracht bouwde de Amersfoortse burgerij grote woonhuizen waarbij de oude stadsmuur vaak als buitengevel werd gebruikt.
Van binnen was Muurhuizen 159 na eeuwenlang vertimmeren veranderd in een chaos van verlaagde plafonds, zijwanden die ver de kamers in waren getrokken om leidingen weg te werken en ruimtes vol obstakels. Een toilet en een kleine keuken die vanuit het buurhuis naar binnen stak, blokkeerden na de voordeur de doorgang. Van een ruimtelijke entree was geen sprake en de zolder was vanaf een entresol uit de jaren tachtig door middel van een trapladder in een kast bereikbaar. Een fatsoenlijk trappenhuis ontbrak.
Het volledige artikel verscheen eerder in de Architect, nummer 12, 2006, p98-99.