De architectuur baseert zich op de bestaande tuindorpwoningen. Gezocht is naar een hedendaagse vertaling van de karakteristieke lokale ‘halve huizen’, rijhuizen met langskappen die beginnen op de eerste verdiepingsvloer. Er is een breed repertoire aan opbouwen op het dakvlak. De blokken zijn voorzien van dwarskappen, ook wel ‘dakhuizen’ genoemd. Diverse dakkapellen vormen kleinere uitbreidingen.
Optisch verlaagd
De meest voorkomende nieuwe woningtypen hebben zadeldaken die iets onder de tweede verdiepingvloeren beginnen met uitstekende kroonlijsten. Hierin zijn goten en lintramen opgenomen. De maat van de woningen wordt zo optisch verlaagd tot de maat van de gemetselde borstwering van het lintraam.
Ter plaatse van de pleintjes aan de einden van de Ruurlostraat worden afwijkende woningtypen met platte daken ontwikkeld.
De architectuur speelt een spel met de schaal van de aanwezige wijk: het voormalige ‘halve huis’ wordt iets vergroot. De accenten met platte daken volgen deze vergroting, maar blijven in schaal ruim onder de hoogte van de hoekvolumen van de kernbebouwing aan de Halvemaanstraat en blijven als ‘dakhuizen’binnen het repertoire van de dakopbouwen.