Het industriële karakter wordt gekenmerkt door de dakconstructie uit geklonken spanten met betoncassettes. Direct hieronder liggen de ruime woonkamers van de duplexwoningen. Grote taatsdeuren geven toegang tot de dakterrassen op de bestaande aanbouw. De slaapkamers zijn gelegen op de begane grond. Deze is oorspronkelijk een meter opgetild boven het maaiveld en biedt zo privacy en uitzicht.
Binnenstraat
In het hart van het gebouw is een stramien weggehaald. Zo ontstaat een open binnenstraat die enerzijds toegang biedt tot de entrees aan de zuidzijde, en anderzijds ruimte maakt voor overdekte balkons voor de woningen aan de noordzijde. Een langgerekte vide zorgt voor licht bij de bergingen en fietsenstalling in de bestaande kelderbak. De binnenstraat is eigendom van de bewoners en heeft een publiek-privaat karakter.
Fotografie: Thomas Mayer Archive
Oud en nieuw
In nauw overleg met toekomstige bewoners is het ontwerp aangepast aan specifieke wensen. Zo is de kelder van sommige woningen betrokken bij de woonkamer of studio. De karakteristieke stalen ramen en deuren zijn hergebruikt. Hoewel de architecten in eerste instantie ook de nieuwe kozijnen in staal wil uitvoeren, is door bezuinigingen gekozen voor hout. In plaats van de oude te imiteren onderscheiden de grote glasvlakken zich nu sterk, en zijn het ontwerp en de ingreep duidelijker; “nieuws is nieuw en oud is oud”.