Door de toename van hun onderzoek was het noodzakelijk het bestaande instituutsgebouw uit te breiden met zowel laboratoria, specifieke onderzoeksruimten als kantoren. Tevens wordt het auditorium in oppervlakte verdubbeld.
Het bestaande gebouw wordt ruimtelijk door een magistrale gekarakteriseerd. De uitbreiding versterkt het thema door het verlengen van de magistrale. Er ontstaat een U-vormig volume dat op twee plekken met het bestaande gebouw is verbonden.
Zowel de ruimtelijke relatie als ook de uitstraling van het gebouw, continueren enerzijds de ruimtelijkheid en architectuur van het bestaande, maar vormen tegelijkertijd een zelfstandige identiteit die het ensemble van oud en nieuw op een vanzelfsprekende manier completeert.