Het gebouw bestaat uit één grote kenmerkende ruimte waarin stevige vurenhouten spanten de sfeer bepalen. De smalle ingang gaat over in een ruime kerkzaal met een glazen achterwand. Een knik in het dak en in de gevel vormt de overgang. Extra toevoeging is een buitenkerk, waar bij mooi weer in de open lucht gekerkt kan worden.
‘Dat de nieuwe ruimte puur zou worden, één met prachtige omgeving, dat wist ik vanaf het begin’, zegt Hugo de Clercq. ‘De enige randvoorwaarden waren de plaats, een indicatie van de omvang en het uitdrukkelijke verzoek het zeer duurzaam te maken.’
Hout en glas
Het gebouw bestaat uit hout en glas: De binnenkant is afgewerkt met tweedehands vloerdelen afkomstig uit een oud klooster. De buitenzijde, zowel dak als wand, is bekleed met shingels van Frans acacia, duurzaam geteeld in snoeibossen. De kopgevel is voorzien van inlands eiken. De wanden en het dak zijn geïsoleerd met vlasdekens. Verwarming geschiedt door middel van warmte-koude-opslag.
Zonne-energie
‘Hout is het meest natuurlijke, warm aandoende materiaal dat ik kan bedenken – en het is CO2-neutraal.' Om de relatie met de omgeving sterker te maken, heeft De Clercq ervoor gekozen de achtergevel zo veel mogelijk open te houden en daar de beglazing te concentreren. Daarmee profiteert het interieur van passieve zonne-energie.
Glazen lamellen
De openheid van de gevel maakte extra bouwkundige verstijvingen in de vorm van verticale lamellen noodzakelijk. De Clercq: ‘Metaglas was de enige fabrikant die het aandurfde die lamellen in glas te leveren en ook de rest van de beglazing vrijwel profielloos te laten. Dat creëerde precies de openheid die ik voor ogen had.’