De drie arbeiderswoningen uit 1910 die samen met de elektriciteitscentrale uit 1900 een bijzonder monumentaal complex vormen, zijn in 1968 geheel gerenoveerd en in gebruik genomen als kantoor. In 2010 is dit kantoor aangekocht door de familie Van Dijck met de wens er één woonhuis te realiseren. Architectenbureau WiM in Maarn diende vanwege de monumentenstatus in zowel het exterieur als in het interieur de structuur van de drie woningen afleesbaar te houden.
Aansluiting op verleden
In de voorgevel is in het middelste venster wederom een voordeur geplaatst. Aan de achterzijde is de bestaande aanbouw verwijderd en zowel in zijgevels als achtergevel zijn nieuwe vensteropeningen aangebracht die qua maatvoering, materialisatie, indeling en detaillering overeenkomen met de originele vensters met getoogde ontlastingsbogen en tandfries.
Nieuwe indeling
In het interieur zijn de plaats van de voordeuren, de originele binnentrap en de woningscheidende wanden bepalend geweest voor de nieuwe indeling van de woning. Door in de woningscheidende wanden de doorbraken in elkaars verlengde te leggen, zijn de woonvertrekken met elkaar verbonden en levert het een fraaie zichtlijn op langs de gehele achtergevel. Door het gebruik van hoge glazen deuren van Bod’or, zijn de woonvertrekken van elkaar af te sluiten zonder de zichtlijn te verstoren.
Deze drie woonvertrekken, woonkamer, woonkeuken en kinderkamer, zijn gericht op de achtertuin, waarbij de nieuwe veranda een overgangszone is tussen binnen en buiten. Op de verdieping is de zichtlijn over de gehele breedte gecreëerd, door een lange gang die de vier slaapkamers met bad- en kledingruimtes verbindt. Na de renovatie voldoet de woning qua isolatie en techniek aan de hedendaagse eisen.