De 75 meter hoge toren staat op de locatie waar voorheen de cavalerie van de politie was gevestigd. Het levert tussen de laagbouw een ongewoon contrast op, vooral omdat de omringende bebouwing tot vlak bij de voet van de toren komt en er op het eerste gezicht nauwelijks een overgang is tussen de toren en de omgeving. Volgens de architecten was het de bedoeling, een toren te realiseren die een landmark zou zijn, maar niet te hoog om intimiderend te zijn. Door de prominente vorm moet de toren aan de burgers laten weten dat de politie er altijd voor ze is.
De vloeiende vorm van de toren echter, zorgt voor voldoende overgang tussen toren en laagbouw in een verrassende typologische oplossing.
Twee overgebleven vleugels van de cavalerie worden bij het project van Jean Nouvel en MDW Architecture betrokken. Hier bevinden zich de oefenruimtes van Charleroi Danses, een internationaal bekend dansgezelschap.
De toren is opgetrokken uit geglazuurde blauwe baksteen, wat een goed contrast oplevert met de omringende rode baksteen gebouwen. De kleur is gekozen vanwege de connectie met de kleur van het politiecorps. Het plaza dat tussen de toren en de volumes van de cavalerie overblijft, vormt een vloeiend terrein.