Tekst de Architekten Cie.
Gebouw als CO2-bank
Als we onze gebouwde omgeving toekomstbestendig willen maken (of eigenlijk: als we de gestelde doelen van Parijs in 2050 willen halen), moeten we onze CO2-uitstoot drastisch verlagen. Een bekend verhaal. We zien inmiddels dat de gehele bouwkolom hier in toenemende mate aandacht aan besteedt, bijvoorbeeld door in te zetten op biobased materialen. Eigenlijk een no-brainer, want biobased materialen groeien over het algemeen snel, nemen gedurende dit groeiproces CO2 op en zijn hernieuwbaar. Hoe groter de boom, hoe meer CO2 er in ‘opgeslagen’ zit. In ons project Circl, het eerste gebouwde praktijkvoorbeeld van duurzaam en circulair ontwerpen in Nederland, is de draagconstructie opgetrokken uit Lariks hout. Omdat het hout afkomstig is uit de Nederlandse bossen van Staatsbosbeheer, is ook de CO2-uitstoot door vervoer tot een minimum beperkt gebleven. Ook het Galileo Reference Centre in Noordwijk is volledig opgetrokken uit kruislaaghout (CLT) elementen. Dit maakt deze gebouwen in wezen een CO2-bank: een opslag van CO2.
Realiteit blijkt weerbarstig
Naast hout, is er ook vlas, hennep, lisdodde en stro. Gewassen die op Nederlandse bodem kunnen groeien en vermaakt kunnen worden tot bijvoorbeeld isolatie- of plaatmateriaal. Deze gewassen groeien snel en kunnen lokaal verbouwd worden. Hoe logisch en vanzelfsprekend dit allemaal ook klinkt, de realiteit blijkt weerbarstig. Er zijn namelijk nogal wat uitdagingen. Zo zijn veel biobased materialen (nog) niet gecertificeerd en voldoen niet aan gestelde eisen met betrekking tot brandveiligheid. Ook in onze projecten lopen wij hier tegenaan. Het opschalen van biobased bouwen vraagt wat ons betreft om een integrale (ontwerp)benadering, waarbij niet alleen architectuur, stedenbouw en landschap belangrijk zijn, maar waar ook biodiversiteit (ecologen), economie (boeren) en industrie (bouwers en producenten) centraal staan. Iedereen moet meedenken en meebewegen. En het kan. Bij een ander project van ons, de verbouwing van de Tweede Kamer, wordt hoog ingezet op de toepassing biobased materialen. Ondanks de enorme uitdaging vanwege de eerder genoemde ontbrekende certificeringen of brandveiligheidseisen, doen alle betrokken partijen er alles aan om het voor elkaar te krijgen. Bij andere projecten, waaronder een circulaire woontoren, passen we op grote schaal wanden van vlas toe in plaats van traditionele metal studwanden. Een enorme CO2-besparing.
Het bredere perspectief zien: MPG als belangrijke maatstaf
Toch moeten we niet alleen maar naar de CO2-uitstoot kijken. Het is een belangrijk aspect, maar tegelijkertijd ook slechts een onderdeel van het grotere probleem. Er speelt namelijk meer. Denk aan de milieu-impact van een gebouw. Welke schade richt een materiaal aan bij de delving en verwerking ervan? In een vloer van tropisch hardhout zit veel CO2 opgeslagen, maar als dat hout per containerschip uit Zuid-Amerika moet komen, is het dan nog zo duurzaam?
Door de MPG als standaard meetmethodiek te gebruiken, wordt naar het grotere plaatje gekeken. Hierin wordt ook de CO2-uitstoot meegenomen (hoewel dit helaas nog niet altijd even goed uitkomt voor biobased producten). Om grip te krijgen op de milieu-impact van onze ontwerpen, sturen we hier al op in de SO en VO-fases. Maar omdat ook de MPG geen heilige graal is, moet je soms ook gewoon je gezonde verstand even gebruiken. Zo kan het beter zijn om een betonnen kantoorgebouw te behouden, in plaats van het te slopen en er een nieuw houten kantoor voor terug te plaatsen… toch?
Verduurzaming van de bestaande bouwvoorraad
En daarmee komen we op het belangrijkste punt: de opgave van het verduurzamen van de Nederlandse bouw, ligt namelijk voor een groot deel in de aanpak van de bestaande voorraad. We plegen veel nieuwbouw, maar waarom kijken we niet meer naar dat wat er al is? Het afgelopen decennium werden jaarlijks gemiddeld tussen de 75.000 en 100.000 woningen aan de bestaande woningvoorraad toegevoegd. Zo’n 80% daarvan is nieuwbouw en maar 20% transformatie (Bron: CBS). Als we naar de kantorenmarkt kijken, zien we bovendien een gigantische vraag naar energiezuinige kantoorgebouwen. Hier ligt dus een gigantische potentie.
Wij geven hier zelf invulling aan door onze eigen ‘legacy’ (‘erfenis’) onder de loep te nemen. Gebouwen als EDGE Amsterdam West, de Groene Toren, EDGE Olympic, Alexandrium, Zwitserleven en natuurlijk de Tweede Kamer zijn hier voorbeelden van. Hoewel deze concrete voorbeelden uit een tijd komen waarin het potentieel hergebruiken van gebouwen nog geen hot-topic was, is het ons gelukt om deze gebouwen een nieuw leven te geven en zo hun levensduur te verlengen. Door ze te behouden in plaats van te slopen, verminderen we de CO2-uitstoot en milieubelasting die nieuwbouw met zich mee zou brengen. Bijkomend voordeel is, dat de onbebouwde grond juist ingezet kan worden voor andere landschappelijke en maatschappelijke doeleinden,zoals bijvoorbeeld het stimuleren van biodiversiteit.
Is 'nooit meer slopen' de oplossing?
Sinds kort geven we met ons eigen ontwikkeltak Cie. Development hier nog concretere handvaten aan. Door op eigen initiatief nieuwe businessmodellen onder bestaande gebouwen te leggen, stellen we onszelf in staat circulaire opdrachten te creëren waar de markt niet vanzelf meekomt. Daarnaast zoeken we de samenwerking op met onderwijsinstellingen, waarmee we onderzoeken hoe we ons eigen erfgoed kunnen verduurzamen en klaar kunnen maken voor de toekomst. Zo onderzoeken we samen met de Hogeschool van Amsterdam onder het mom van ‘nooit meer slopen’ hoe de levensduur van oude Cie. gebouwen op een circulaire en architectonische manier verlengd kan worden.
Inmiddels is deze manier van werken voor ons geen hype, maar een praktische gewoonte. Ook wij werken in toenemende mate aan projecten met een sterke focus op circulariteit, maar zien circulair bouwen daarbij niet als doel. Het is een gegeven; een resultante van de ontwerp- en bouwmethode, die een (nieuwe) architectonische kwaliteit veroorzaakt. Laten we gezamenlijk onderzoeken wat deze nieuwe architectonische kwaliteit ons kan brengen.