Muziekcentrum Utrecht door Herman Hertzberger

Door Jord den Hollander - 1979 is in meerdere opzichten voor Utrecht een historisch jaar, niet alleen wordt er op grootschalige wijze de Unie van Utrecht herdacht, maar ook is het het jaar waarin het Muziekcentrum officieel in gebruik wordt genomen en in een stad waar toongezette activiteiten al eeuwen de hoofdmoot vormen van het culturele leven mag dat laatste zeker een historisch feit genoemd worden. Een Muziekcentrum voor Utrecht en een toevoeging aan de palmares van Herman Hertzberger die tekende voor het ontwerp.

Waar kantoorgebouw en en winkelcomplexen zonder enige belemmering schijnen te kunnen verrijzen, geldt voor behuizingen van meer culturele aard het tegengestelde. Het ontstaan van het Muziekcentrum dateert dan ook van lang geleden, van 1954, in dat jaar kwam in het Tivoli concertgebouw in een machtig crescendo het plafond naar beneden. Het was het tragische slotakkoord van het gebouw ,  waar zich vele tientallen jaren het muzikale leven van Utrecht had afgespeeld. Er moest een nieuw gebouw/ komen en in de tussentijd zou een houten noodgebouw in de behoeften van het Utrechts Symphonie Orkest en het publiek kunnen voorzien. Dit in de volksmond tot Tivolientje gedoopte noodgebouw was gepland voor drie jaar. Als negentien jaar later tijdens de vertolking van Schumann de concertvleugel van het USO door het podium van het half vergane Tivolientje zakt beseft de plaatselijke overheid dat het menens is. Herman Hertzberger krijgt de opdracht voor het maken van een definitief ontwerp, een Muziekcentrum , waar behalve een concertzaal verschillende andere functies in moeten worden ondergebracht, zoals kantoortjes, winkels, expositieruimtes en restaurants. Niet zo vreemd dat juist Hertzberger deze opdracht krijgt want hij was al in 1969 betrokken geweest bij een eerste plan voor de Vredenburg bebouwing waarin een muziekcentrum was opgenomen.
Was er in 1969 nog onenigheid over het wel of niet handhaven van het Vredenburgplein, in 1974 is men het er unaniem over eens dat het Vredenburg moet blijven w at het altijd geweest is: een ontmoetingsplaats voor de inwoners van Utrecht.

Muziekcentrum Utrecht door Herman Hertzberger
Elementen van 'de Utrecht' opgenomen in het Muziekcentrum. Foto: Fotodienst Gemeente Utrecht.

Overgangsfunctie

Een van de uitgangspunten voor Hertzberger was de overgangsfunctie die het Muziekcentrum moest hebben tussen het Hoog Catharijne (HC) complexen de oude binnenstad van Utrecht. In de situering ligt dat ook voor de hand, het muziekcentrum ligt op de kop van een van de wandelpassages van HC en wordt aan Oost-en Noordzijde geconfronteerd met de oude bebouwing van de binnenstad. Het meest markant is echter de ligging t.o.v. het plein waarvoor het aan de westzijde rugdekking geeft tegen de wind en tevens een scherm is voor het verkeer aan de Catharijnebaan.
'De tijd is voorbij', vindt Hertzberger, 'dat de muziekbeleving enkel is weggelegd voor een kleine elite. De kenner, de liefhebber, zal altijd zijn weg wel kunnen vinden naar het concertgebouw , het is juist van belang dat de drempel die er voor zovelen nog voor een dergelijk gebouw is weg te nemen. Gestreefd is dan ook naar een anti-monumentaal Muziekcentrum , dat zich niet als muziektempel opstelt, maar juist alles doet wat althans in
het vermogen ligt van een gebouw om bij de mensen drempelvrees te helpen overwinnen .'

Piramide

Nu is het niet m aken van een monumentaal gebaar bij het bouwen van een concertzaal voor zo'n 2000 mensen een bijna niet te nemen hindernis. De grootte van de zaal zou in schril contrast staan met de maat van de om liggende binnenstadsbebouwing. Hertzberger loste dit op door de grote zaal voor een gedeelte in de grond te laten zakken en te om bouwen met een schil waar de kleinere ruimten van het centrum een plaats in konden vinden. Er is nu een piramidevormig gebouw ontstaan waarin de grote zaal het letterlijke hart vormt van het gehele centrum en waar de kleinschalige buitenschil een goede isolatie is tegen het lawaai van het verkeer. Tussen de buitenrand en de concertzaal ligt op twee niveaus de passage die een verbinding vormt tussen de winkelpassage in Hoog Catharijne en het Vredenburg.
Door de vele toegangen naar de naastliggende foyer te openen is het mogelijk de passage bij de foyer te trekken zodat er één groot gebied ontstaat rondom de concertzaal. Ook als de deuren tussen beide ruimtes gesloten blijven kan men vanaf de passage door de ramen het binnengebeuren volgen.

Muziekcentrum Utrecht door Herman Hertzberger
Overzicht van de grote zaal. Foto: 't Sticht B.V.
Onder: De foyer.

Beleving van muziek

De grote toegankelijkheid, de variabele indeling, het vermijden van grote massa's mensen door een spreiding over het hele gebouw , het zijn allemaal middelen die Hertzberger hanteert om de beleving van muziek in voorbije cultuurtempels te demystificeren. Ook de niervormige witte balkonnetjes die de concertbezoeker de mogelijkheid geven zijn consumpties tijdens de pauze in de open lucht te nuttigen leveren een bijdrage aan de openheid van het complex.
Die op zichzelf wat truttig ogende balkonnetjes zijn overigens wel de enige vrolijke noot aan de buitenkant van het complex dat in de stenen omgeving van de Utrechtse binnenstad wel erg somber is in zijn grijze betonsteen. Nog sterker contrasteert dit grijs bij de overgang van de muziekcentrum passage naar de HC winkelpassage. Het is de confrontatie van twee werelden waar hetzelfde doel met totaal andere middelen wordt nagestreefd. Aan de ene kant het schetter en exuberante van de decorarchitectuur van het moderne winkelcentrum dat de mensen naar zich toe moet lokken, aan de andere kant het sobere van alle overtolligheid ontdane grijze uiterlijk van het muziekcentrum dat een makkelijke introductie moet bevorderen. Er tussen ligt een roltrap die de mensen voordat ze een beslissing hebben genomen over het wel of niet doorgaan al naar de andere kant heeft getransporteerd. Technisch hulpmiddel bij het nemen van een psychische barrière.

Pronkstuk

De grote zaal is terecht het pronkstuk van het complex met een voortreffelijke akoestiek. In de achthoekige ruimte zijn terrassen amphitheater gewijze rond een centraal podium gebouwd. Ook hier een verdelen van de massa door de grote ruimte in te delen in kleinere 'balkons' waar groepen van zo'n dertig mensen een plaats kunnen vinden.
Belangrijk uitgangspunt bij het ontwerp van de zaal was het bevorderen van het visuele contact tussen publiek en kunstenaar. De hieruit ontstane, achthoekige vorm die nogal afwijkt van het traditionele concept voor concertzalen maakt met het centrale podium dat de gemiddelde afstand tussen publiek en uitvoerenden relatief klein is. Bij een traditionele orkestopstelling, de dirigent met de rug naar het publiek, is de akoestiek optimaal, de mensen die dan een plaatsje achter het orkest verkiezen krijgen echter de mindere akoestische kwaliteit vergoed door de 'nieuwe' visuele attractie van het bekijken van de dirigent 'en face'.

Muziekcentrum Utrecht door Herman Hertzberger

Lichtbaken

Opmerkelijk detail in de grote zaal is de grote vierkante lichtkoepel op het dak, die alleen overdag binnen enig effect zal resulteren. Hoofdzaak is dan ook de uitstraling van licht 's-avonds die aan de passant buiten moet mededelen dat er binnen iets gaande is, een lichtbaken in een troosteloos verzakelijkt stadsdeel dat de dolende naar cultuur snakkende mens moet begeleiden.
Hoewel de meeste concerten 's avonds gegeven zullen worden zal het centrum overdag genoeg activiteiten kennen. Het is te verwachten dat het restaurant aan de oostzijde van het complex, en liggend aan het Vredenburg een groot aantal bezoekers zal aantrekken. Dan is er, naast de winkels en kantoren, de expositieruim te die aansluit op de foyer van de kleine zaal waar overdag veel mensen zullen komen.
Het studiecentrum is met de film zaal en de repetitieruimte het gedeelte van het complex waarom het met recht een muziekcentrum genoemd kan worden. De bestemming hiervan is gelijk met de in richting ruimschoots te variëren. Het gebruik zal zich niet beperken tot culturele activiteiten maar zich ook uitstrekken over meer sociaal gerichte zaken zoals een kinderdagverblijf of een educatieve ruimte.

Anti-monumentalisme

De wens van de gemeente Utrecht om een muziekcentrum te krijgen waarin iedereen zich kan ontplooien heeft Herman Hertzberger met zijn ontwerp op een uitstekende manier gerealiseerd. Geen cultuurtempel, geen monument, maar meer een gebruiksvoorwerp voor iedereen, hoewel ... De realiteit heeft alweer aangetoond dat zelfs een architect de wereld niet kan vormen. De eerste actie tegen het Muziekcentrum is al gevoerd. Een groep jonge mensen protesteerde in januari al tegen het feit dat er alleen bepaalde concerten gegeven zouden worden in het centrum en niet die waar zij de voorkeur aan geven. Dan kan een gebouw nog zo democratisch zijn, als de directeur het niet wil hebben dan gebeurt het ook niet. Zo simpel blijken de zaken nog steeds te liggen.

Had er iemand vijftien jaar geleden kunnen voorspellen dat er ooit popconcerten in het 'heilidje' Amsterdamse concertgebouw zouden worden gehouden en dat er duizenden 'niet ingewijden' hierdoor naar dit cultuurmonument trokken. Het mijden van monumentaliteit in gebouw en als het muziekcentrum omwille van de toegankelijkheid is daarom maar schijn.

Dat het 'anti-monumentalisme' van Hertzberger niet geleid heeft tot een gebouw waar alles kan maar niets meer mogelijk is, is te danken aan zijn kwaliteit een gebouw zo vorm te kunnen geven dat iedereen zijn plek erin kan terug vinden zo dat het een gebouw wordt voor de individuen niet voor de massa.