Het oude 2-sterren hotel Duinoord is een organisch gegroeid ensemble: Bouwdeel 1 bevat het restaurant, 2 de keuken en 3 twaalf rug-aan-rug kamers. De gasten hebben daarmee weinig privacy en geen eigen buitenruimte. Bovendien was de materialisatie ervan armoedig en de situering ongelukkig; het wordt gesloopt.
Op de vrijgekomen ruimte wordt een entree-paviljoen ontworpen. Grote dakoverstekken maken dat de vliesgevels geen belemmerende reflecties hebben en zo wordt de centraal gelegen lobby een hele open verbinding tussen oud en nieuw, met uitzicht op het duingebied rondom.
De 4-sterren nieuwbouw is opgeknipt in drie afzonderlijke bouwdelen, zodat de korrelgrootte overeenkomt met de oudbouw en de zo ontstane circulatieruimten zicht hebben op de omgeving.
Tijdens de DO-fase vroegen de opdrachtgevers om extra suites, waarop de stedenbouwkundige dit aangreep om een oriëntatiepunt te vragen als “poort van Walcheren”. Slechts geringe verhoging was mogelijk om onzichtbaarheid vanaf het strand te waarborgen. Het oriëntatiepunt is er toch gekomen door een bijzondere verticale vormgeving te ontwerpen.
De nieuwbouw sluit met zijn witte stucmassa’s en rode zwevende daken qua typologie en kleur aan bij het bestaande, maar de architectonische uitwerking is eigentijds en benadrukt het vakantiegevoel. De loggia’s en terrassen van de kamers zijn dé plekken waar in privacy genoten kan worden van de omgeving. Met schijven, overstekken en inhammen worden álle glasvlakken beschermd tegen de zomerzon. Hierdoor is het gebouw buitengewoon energiezuinig.
De nieuwbouw is met houtskeletbouw wanden en daken, metalstud niet-dragende wanden, kanaalplaat vloeren, recyclebare stalen daken en verhoogde isolatiewaarden een zeer duurzaam hotel: Een maximale GPR-subsidie is dan ook toegekend.
De upgrading van de oudbouw moet nog plaatsvinden en als het helmgras gegroeid is, zal het hotel nog beter in haar duinomgeving staan.