Toelichting: Dhooge & Meganck Architectuur
Door het lage budget is het vet weggesneden, wat leidt tot een gecondenseerd concept. De ´arena´ strekt zich rond uit en is de minimale verharding (draaicirkel) om te kunnen laden en lossen. De productie werd samen met de bouwheer herdacht van horizontaal naar verticaal, met als orgelpunt de mosterdtoren waar de silo’s met mosterdzaad zich bevinden. De centrale poort toont zich als een gapend gat in de massieve gevel die bestaat uit een ritmisch geheel van panelen. Het gebouw dient te voldoen aan de normering van voedselveiligheid waarbij de hygiënische en niet-hygiënische zone strikt gescheiden dienen te worden. De centrale helixtrap lost dit slim op en toont de werking en DNA van het gebouw.

Ontwerp als ambacht. De mosterdtoren staat symbool voor het resultaat van twee jaar ontwerpend onderzoek en het vernieuwde, verticale productieproces. De architectuurtaal is verrassend eenvoudig, sacraal en reminiscerend: een gedachte aan een verschijnsel uit het verleden. Geen vierkante meter teveel, geen voeg te weinig. De gevels vertalen letterlijk de binnenkant van het gebouw. De voorzijde herbergt enkel stockage die UV gevoelig is, de achterkant is helemaal opengewerkt naar de achterliggende natuur ten voordele van de werkruimte waar geproduceerd wordt. Geen typische gesloten voedselveilige doos, maar een open plek met als centrale hart de helixtrap die wederzijdse ontmoetingen induceert.

Camp’s is een hedendaagse abdij : een plek waar je, gedragen door de architectuur, de magie van het productieproces ervaart. Vanaf de arena stap je een andere wereld binnen, waar het strenge doch wonderlijke surrealisme van Ledoux en Boullée nooit veraf zijn.