Toelichting: OTH architecten
Het voormalige laboratoriumgebouw is voor de nieuwe functie intern volledig gestript. Centraal in het gebouw bevond zich over drie verdiepingen een zogenaamde ‘dode’ kamer, een ruimte rondom voorzien van schuimrubberen punten om geluid volledig te absorberen. In de nieuwe situatie is de dode kamer opengebroken en omgevormd tot een ruimtelijk atrium, dat daglicht diep in het gebouw brengt. Onder de schuimrubberen punten kwamen metselwerk muren tevoorschijn, die het atrium een bijzondere uitstraling geven. Nieuwe, stalen trappen verbinden de omliggende verdiepingen. Rondom het gebouw zijn verschillende betonnen kelderlichten verwijderd en is het maaiveld omlaag getrokken. Dankzij de atria en het verlaagde maaiveld, komt er in de nieuwe situatie voldoende daglicht in het souterrain om het als werkomgeving te gebruiken.
In het hart van het gebouw, nabij de atria, ligt de fun omgeving. Hier kunnen medewerkers en bezoekers even ontsnappen aan het kantoorleven. Er is ruimte om zowel collectief als individueel te ontspannen, dankzij spelelementen en informeel meubilair. Rond de fun area, waar ook voorzieningen als pantry en koffiecorner zijn gesitueerd, ligt de team work zone. Aan de buitengevel bestaat deze uit zogenaamde studio’s, creatieve ruimten waar teams van acht tot tien personen werken. Meer gesloten ruimten, waarin een variatie aan werkplekken is gemaakt, vormen de overgang tussen de studio’s en de fun area. In dit gebied liggen overlegplekken, scrumplekken, belplekken en concentratiewerkplekken. Nabij de entree van het gebouw is de co-creation omgeving gesitueerd. Dit gebied bestaat uit een mix van open en gesloten, multifunctionele ruimten voor formeel en informeel overleg.
