De architectuur van het gebouw maakt een koppeling tussen het gevarieerde programma binnen en de omgeving (school, restaurants, sportgebouw). Het gedeelte van de pleingevel, waarachter de woonkamers liggen, trapt per laag naar buiten, terwijl het deel van deze gevel waaraan de balkons hangen in hetzelfde vlak als de plint blijft. Hierdoor lijkt het alsof de balkons in het volume worden opgenomen. De appartementen hier drukken de individualiteit van de daar wonende vitale ouderen uit. De uitkragende gevel benadrukt het contact met het buurtplein.
Het zorgdeel aan de Polderweg kenmerkt zich door een terugliggend vlak waarbinnen de balkons zich bevinden. De gezamenlijkheid van het zorggedeelte van het gebouw komt hiermee tot uitdrukking. De schaal van deze gevel sluit aan bij de grootschaligere gebouwen aan deze straat.
Aan het Dulcie Septemberpad worden de balkons niet gekaderd en steken simpelweg uit, zodat de bewoners de straat uit kunnen kijken en aan deze oostzijde de zon nog zo lang mogelijk meekrijgen. Ook aan deze zijde wonen zelfstandige ouderen.
Elke zijde heeft een entree en trappenhuis met eigen karakter, maar toch hebben alle entrees ook overeenkomende kenmerken. De baksteen is gekozen om zijn sintering en diepe glans. Lichtval onder verschillende hoeken geeft steeds een andere kleuring. Ook bij nat weer is het materiaal mooi.
Het binnenhof is door de gegeven stedebouwkundige envelop relatief smal. Door het naar buitentrappen van de gevel aan de zuidzijde en door de in lichte kleur betimmerde binnengevel is het hof toch een prettige buitenruimte.