Zonering, rust en regelmaat zijn voor de school heel belangrijk. Alle lokalen hebben eerst een bufferzone zodat ze niet in directe verbinding staan met de buitenwereld. Het grondplan in de vorm van molenwiek maakt een kleinschalige opzet met duidelijke zones en structuur mogelijk waarin de verschillende groepen leerlingen elkaar niet storen.
Er is een duidelijke scheiding tussen de algemene functies op de begane grond en de klaslokalen op de verdiepingen. Een binnenstraat geeft toegang tot de praktijkruimten op de begane grond. De grote ramen zorgen voor een open karakter. In het midden van de binnenstraat staan twee spiltrappen die de verdiepingen met klaslokalen ontsluiten. Beide verdiepingen hebben een eigen trap, zodat leerlingen rustig naar hun lokalen kunnen gaan.
De gevels zijn uitgevoerd in verticaal gemetselde rode baksteen. Een ritme van stenen die uit het vlak springen, zorgen voor een gevelpatroon dat het gebouw een duidelijk eigen identiteit geeft. Diverse uitsneden zorgen voor daglichttoetreding en creëren ruimte voor dakterrassen en -tuinen. De hieraan gelegen lokalen profiteren van volop daglicht, terwijl het verticale ritme van ramen, lamellen en panelen prikkels van buitenaf vermindert.
Iedere groep heeft zijn eigen buitenruimte zodat andere groepen geen geluidsoverlast hebben van spelende leerlingen. Door het toepassen van basiselementen als een ‘rode loper’, cirkelvormige objecten, grafiek en belijning blijft het ontwerp overzichtelijk ondanks de grote diversiteit. Het getal pi is op hen renparcours rondom het plein geschilderd. Er zijn plekken gemaakt om fysiek te ontladen en meer omsloten rustige plekken om je terug te trekken.
