Gelegen naast een druk verkeersknooppunt in Wallisellen, een voorstad van Zurich, en met een hoge toren, maakt het een niet te missen gebouw op een prominente locatie. Het stadscentrum is eenvoudig te bereiken met het openbaar vervoer: het treinstation ligt op slechts vijf minuten loopafstand. Dat is prettig voor zowel werknemers als externe partijen.
Het gebouw gebruikt deze locatie om een nieuwe cultuur in kantoorgebouwen aan te moedigen: goede bereikbaarheid, maximale flexibiliteit in ruimtegebruik en functie. Deze flexibiliteit in combinatie met het hybride programma van het gebouw, vergroot de betekenis van het innerlijk, de ‘interiority’ van het gebouw.
Zen aan de snelweg
Het gebouw bestaat uit twee losse volumes met een gelijkvormige plattegrond, maar van verschillend formaat. Het meest in het oog springende volume is de toren met een hoogte van twintig verdiepingen. Het andere, grotere gebouw telt vijf verdiepingen. De binnenplaats in het midden is beplant met Japanse esdoorn, een symbool voor kalmte en rust. De bomen komen ook terug op de dakterrassen van het hoofdvolume. In combinatie met de natuurlijke kiezels op de grond, ontstaat er een buitenruimte met een zen-achtige uitstraling.
Gebouw van buurten
Hoewel het tuinontwerp doet denken aan een Japanse zen-tuin, heeft de rest een meer grootstedelijke allure. Het duidelijkste is dit te zien aan de verbinding tussen de twee volumes. Vier externe bruggen verbinden de twee gebouwdelen met elkaar, een gebaar dat doet denken aan de Rotterdamse Van Nellefabriek uit 1930. Behalve deze externe horizontale verbindingen heeft elk gebouwdeel intern een groot aantal vides en trappen. De verdiepingen zijn zo ook verticaal met elkaar verbonden. Al deze ontwerpbeslissingen samen, maken dat het Allianz hoofdkantoor kan worden opgevat als een serie ‘buurten’. Deze zijn met elkaar verbonden, maar ook afzonderlijk leesbaar.
Steen glas
Kenmerkend voor het nieuwe Allianz hoofdkantoor is de façade. Het masterplan voor het nieuw te ontwikkelen gebied schreef voor dat alle gebouwen een gevel van natuursteen zouden krijgen. Toch koos Wiel Arets Architects er voor het complex een volledig glazen façade te geven. Het interieur krijgt hierdoor maximale lichtinval.
Om toch aan de eisen te voldoen, verzon het bureau een slimme truc. De façade is gedeeltelijk voorzien van een geabstraheerd patroon van Onyx marmer. Ditzelfde marmer gebruikte Ludwig Mies van der Rohe in zijn Barcelona Paviljoen uit 1929, een tweede referentie naar het modernisme uit de eerste helft van de 20ste eeuw. Het patroon van het originele marmer is vereenvoudigd tot pixels en vervolgens zijn er twee versies van deze afbeelding gemaakt, een witte en een zwarte.
Gesloten cellen
Twee afzonderlijke lagen glas zijn vervolgens met de twee afbeeldingen bedrukt. Deze lagen zijn van elkaar gescheiden door een spouw van 6 mm. Hierdoor varieert de waarneming van het patroon, afhankelijk van de kijkhoek. Het gebouw past door deze façade goed in zijn omgeving. De gladheid geeft tegelijk een uitgesproken karakter. De gevel is opgebouwd uit een systeem van gesloten cellen. Elke cel bevat een aluminium gordijn, ook een opvallend element in de façade. Dit gordijn past de mate van zonblokkering aan door te reageren op externe klimaatfactoren, een computergestuurd proces.
Uitnodigend interieur
De gehele begane grond is publiek toegankelijk. Door de ruime maatvoering en de dubbelhoge plafonds is de lobby een uitnodigende ruimte geworden, als een verlengde van het naastgelegen openbare plein. De begane grond is ontworpen in de kenmerkende minimalistische vormentaal van Wiel Arets Architecten.
Vooral de trap is een blikvanger. Deze gaat niet rechtstreeks van verdieping naar verdieping, maar heeft tussenlandingen en de steilheid en het aantal treden varieert. Naar boven gaan is zo een bewuste activiteit. De gebruiker kan met de trap tot de vijfde verdieping gaan, zonder de gebouwkern te betreden. Deze kern is de traditionele plek voor verticale ontsluiting. Door er voor te kiezen een tweede trap te plaatsen, krijgen de eerste verdiepingen een meer directe relatie met elkaar. Dit sluit goed aan bij het semipublieke karakter van de onderste lagen van het complex.
De trap gaat door tot het businesscentrum op de vierde verdieping. Dit centrum bevat vergaderruimtes die ook voor overleg met externe klanten worden gebruikt. Een verdieping hoger bevinden zich het café en restaurant. Door deze niet op de begane grond maar op de vijfde verdieping te situeren, vormen deze functies een buffer tussen publieke en niet publieke zones in het gebouw.
Zwitsers chalet 2.0
Het materiaal- en kleurgebruik in het interieur is ingetogen. De vloeren zijn donker van kleur. Door de volledig glazen gevel, baadt het interieur in natuurlijk licht. Een bijzonder detail is het plafond: de verwarming en koeling gebeuren door gebruik te maken van een systeem van betonkernactivering in combinatie met verborgen luchtventilatie.
De plafondpanelen hebben een 3D-patroon met bloemmotieven en refereren aan de versieringen van traditionele Zwitserse chalets. Achter dit decoratieve patroon zit echter een ingenieus systeem van onzichtbare ventilatiekanalen en akoestisch absorberend materiaal. Door de grote maatvoering van 1,35 bij 1,35 meter wordt het aantal naden geminimaliseerd en oogt het interieur rustig en hedendaags.