Kraaijvanger ging in het ontwerp uit van de context van het historische, 17e eeuwse stadhuis dat zestig jaar geleden werd geïntegreerd in een raadgebouw, ontworpen door Herman van der Kloot Meijburg. In de jaren zeventig is er een stadskantoor naast gezet dat Jan Hoogstad afbouwde, nadat architect Rein Fledderus was overleden.
Het architectenbureau stelde in de uitgevoerde haalbaarheidsstudie naar de renovatie voor het complex te herpositioneren met een publiekshal, een essentiële ruimte voor een stadhuis.
Samenhangend volume
Het bestaande gebouw is volledig gestript en ontdaan van onnodige toevoegsels om een samenhangend stedelijk volume te realiseren. Om het blok is een nieuwe goed geïsoleerde gevel ontwikkeld. Deze is voorzien van driedubbele beglazing met een optimale licht- en warmteregeling.
Dubbelhoge publiekshal
De 'slotgracht' rondom het gebouw is gedempt, Omdat een nieuwe dubbelhoge glazen publiekshal niet binnen de bestaande structuur paste, is het aan het bestaande volume toegevoegd. Deze hal, volledig geconstrueerd uit Europees hout, functioneert als een publiek, overdekt plein, grenzend aan het oude stadhuis, nu het bestuurscentrum.
Duurzaamheid
De duurzaamheid komt in het gebouw tot stand door onder andere gebruik te maken van zoveel mogelijk recyclebare materialen. Het gebouw wekt daarnaast voor een groot deel zijn eigen energie op met een zonnedak. Het volledige oppervlak van de bovenste verdieping is bedekt door de nieuwste generatie PV-cellen. Deze voorzien in bijna de helft van het jaarlijkse energieverbruik van het gebouw. De opgeslagen energie wordt gebruikt voor verwarming en koeling van het gebouw. De ventilatie is CO2 gestuurd en de LED verlichting reageert op daglicht. Het dak van de publiekshal is bedekt met mossedum om de warmtelast te reduceren en het regenwater op te vangen.
Alle technische apparatuur is door de verlaging van het gebouw, ingegeven door de context, verborgen on een technische kroonlijst.