Coupure 6 (plan Kijk-in-de-Pot)

Een genetische vorm van duurzaamheid. Een architectonische verschijningsvorm als van een kameleon. Het zit in alle vezels van deze woning en in alle fasen van het totstandkomingsproces. Met de pragmatische, maar onbeperkte duurzaamheidsvisie van de particuliere woningbouw en in de sociale beweegwereld van een traditionalistisch beeldkwaliteitsplan...

Wellicht moeten we meer "ondersteboven" en "down to earth" gaan wonen. Dat principe zat al in de eerste plattegrondschetsen: "op de onderste bouwlaag gaan we slapen en op de bovenste bouwlaag gaan we leven...." De funderingsplaat is tegelijk de onderste vloer, een kleine anderhalve meter onder het maaiveld. Een beter buitenklimaat kun je niet hebben, is de eerste simpele, maar evidente redenatie. "Warmte stijgt vanzelf op en moet dan op een plek terecht komen waar je er wat aan hebt", is er nog zo één. Maar ruimtelijk levert het ook veel op! De woonkamer ligt juist een kleine anderhalve meter bóven dat zelfde maaiveld. Dat verzorgt een riant panorama én de mogelijkheid om vanuit de leefruimte toch direct de tuin in te kunnen wandelen. Hoge Rc-waarden, een hybride warmtepomp, gecombineerd met een slim (mechanisch) ventilatiesysteem, een dakvlak dat in helling en oriëntatie is voorbereid op zonnepanelen, natuurlijke ventilatie met (deels) electrische bediening, grote glasvlakken op zuid en west. Een verschijningsvorm die zich naadloos voegt in de Hollandse traditie, maar met de vrijheid van het (post)modernisme. Door een slimme aanbesteding en bouworganisatie is heel veel wooncomfort tot stand gekomen met veel social return on investment, maar erg weinig geld en Co2-uitstoot.