De Friese architectencoöperatie GEAR bestaat uit AchterboschZantman Architecten, Borren Staalenhoef Architecten, Jelle de Jong architekten (nu: J.O.N.G. architecten) en TWA architecten, die van tijd tot de tijd gezamenlijk opdrachten doen waar ze afzonderlijk niet aan toe zouden komen.
De opdrachtgever, de gemeente Leeuwarden, had twee wensen. De uitbreiding moest huisvesting bieden aan kennisinstituut Wetsus en andere watertechnologiebedrijven. Nog belangrijker, het moest een icoon worden voor de stad en haar positie in de wereld van de watertechnologie tot uitdrukking brengen.
WaterCampus Leeuwarden (fotograaf: Rene de Wit)
Golvende gevel
GEAR ontwierp een vijfhoekig volume met afgeronde hoeken. Het exterieur wordt gedefinieerd door de horizontale lamellen van western red cedar die in golven om de glazen jas van het gebouw heen zijn getrokken. Opmerkelijk is dat deze uitgesproken gevelbekleding pas later in het ontwerpproces is toegevoegd. Aanvankelijke wilden de architecten de glazen gevel bekleden met een ijsbloemenpatroon. Volgens toekomstig gebruiker Wetsus was dit echter te bedacht en het bedrijf opperde het idee om de houten afwerking van het interieur buiten voort te zetten. De zonwerende lamellen zijn driedimensionaal gemodelleerd en computergestuurd gefreesd. Zo zijn de vorm en plaatsing van elk houten paneel geoptimaliseerd.
Entree van de WaterCampus (fotograaf: Rene de Wit)
Plattegrond eerste verdieping (architectencoöperatie GEAR)
Symboliek tot in de details
Ook in het interieur is de watersymboliek ampel doorgevoerd. Omdat het gebouw is opgetild van het maaiveld bereik je de entree via een met hout beklede trap. De eerste verdieping is volledig ingericht als laboratorium, afgesloten van de buitenwereld vanwege patentgericht onderzoek. Via een door de architect betitelde “watervaltrap”, die net als het meeste houtwerk in het interieur gemaakt is door Miedema HoutIndustrie, bereik je een groot atrium. Ook hier is de golvende houten belijning toegepast. Rond dit atrium liggen de laboratoria, kantoren en dienstruimte. Daglicht treedt binnen via het zaagtanddak, maar wordt onderbroken door de zonnecellen die in het glas zijn opgenomen, als licht dat door water wordt weerkaatst.
"Watervaltrap" (fotograaf: Rene de Wit)
Atrium met loopbruggen (fotograaf: Rene de Wit)
Waterduurzaamheid
Aan duurzaamheid is veel aandacht besteedt. Er wordt gebruik gemaakt van een luchtwarmtepomp en zonne-energiecellen, biogas en betonkernactivering. Wat het duurzaamheidsconcept onderscheidend maakt van vele andere gebouwen, is de grote aandacht aan waterzuinigheid en -behandeling. Hemelwater wordt gefilterd en hergebruikt, de grijs- en zwartwatercircuits zijn gescheiden, er zijn vacuümtoiletten geïnstalleerd en de ruimtes worden gekoeld en verwarmd door waterverneveling.
Glazen zaagtandendak (fotograaf: Rene de Wit)
Waterlandschap
Niet geheel toevallig is het gebouw in haar omgeving verankerd via meanderende waterpartijen. Veenenbosch Bosch architecten is verantwoordelijk voor het landschapsontwerp dat het terrein via een scherp knikkende waterloop met het aangrenzende riviertje de Potmarge verbindt. Landschap en gebouw gaan in elkaar op door de weerkaatsing van de houten lamellen in het water dat aan alle zijden langs kabbelt.
Houten lamellen weerkaatsen in het water (fotograaf: René de Wit)