Het eerste huis van Frank Nederveen: opgeruimd boshuis ingepakt tussen oude vliegdennen
Frank Nederveen deed er zes jaar over om zijn huis te bouwen in een bostuin in Bilthoven. Als hij dat had geweten, was hij er misschien nooit aan begonnen.
'Volgens mij heb ik al een stille gezien', zegt Christian als hij komt aanlopen. We hebben afgesproken op het pleintje vóór de Rechtbank Amsterdam door KAAN Architecten. We betwijfelen meteen of het wel een goed idee was hier te fotograferen, en dan ook nog de achterdeur. Het gebouw oogt vanaf hier nogal ongenaakbaar. Alleen al het vele marmer en zwarte staal geeft het een deftige, afstandelijke uitstraling.
Frank Nederveen deed er zes jaar over om zijn huis te bouwen in een bostuin in Bilthoven. Als hij dat had geweten, was hij er misschien nooit aan begonnen.
Sinds het faillissement in 2015 van V&D staan veel warenhuizen van de keten te wachten op een nieuwe rol in het winkellandschap. De panden, meestal op prominente plekken in de stad, zijn uiterlijk heel verschillend maar hebben één ding gemeen: ze zijn allemaal groot, diep en donker. Vooral voor de naoorlogse panden blijkt herbestemmen niet eenvoudig.
'Retail is een verleidingsspel geworden', constateert architect Ellen van Loon. Of het nu gaat om een shop-in-shopconcepten voor modemerk Jacquemus of het grootste warenhuis van Europa: Van Loon houdt zich bij OMA steeds vaker bezig met de ultieme winkelervaring. 'Het ontwerpen van een groot warenhuis is bijna een stedenbouwkundig opgave - een infrastructuur waaraan iedere retailer zijn eigen shop toevoegt.'
Winkelen doen we tegenwoordig vooral online en in unieke brandstores. Leeglopende winkelcentra worden intussen getransformeerd tot woongebieden. Tegelijkertijd verrommelt ons landschap dankzij anonieme logistieke hallen langs de snelweg en staan onze steden vol met bestelbusjes en elektrische fietsen van bezorgdiensten. Hoe kunnen we het best antwoord geven op het veranderende winkellandschap?
De aanleg van grootschalige bedrijventerreinen met logistieke centra veroorzaakt verrommeling en verdozing van het landschap. Tegelijkertijd komen er dagelijks veel mensen in deze gebieden die daarmee een vitaal onderdeel van onze leefomgeving zijn. Thijs van Spaandonk pleit ervoor dat ruimtelijk ontwerpers deze opgave serieus gaan nemen.
Het speelveld van architecten is vaak beperkt, zeker bij het ontwerpen van enorme logistieke centra en productiehallen. Dan voeren draaicirkels, goederenstromen en productieprocessen de boventoon in plaats van de mensen die er werken, het landschap en de passanten. Het Belgische architectenbureau wilma wastiau laat zien dat het ook allebei kan. Het ontwerp voor de vestiging van Soprema in Tongeren is een staaltje architectuur om serieus te nemen.
De grond onder mijn voeten zakte weg. Binnen een paar seconden was de tekst daar. Wát een revolutie. Is dit het einde van mijn werk? En wat als deze nieuwigheid zich doorzet naar het ontwerpvak? Worden ontwerpers dan ook overbodig?