De basiliek Sankt Ludgerus en een barok woonhuis met een elegante ‘cour d'honneur’ domineren de campus. Aan deze binnenplaats biedt de nieuwe muziekbibliotheek plaats aan circa negentienduizend partituren, beeld- en geluidsdragers. Het ontwerp van Max Dudler geeft het complex in hoge mate zijn oorspronkelijke karakter terug en is qua omvang te vergelijken met de tegenover liggende oude gebouwen.
Vorm
De contouren van het volume zijn afgestemd op al aanwezige structuren. De hoofdingang ligt aan de binnenplaats en de zuidelijke buitenmuur loopt langs een iets lager gelegen straat. Dit verklaart het rechthoekige plattegrond met een scherphoekige toevoeging. Het gebouw wordt gedragen door een skelet van staal en beton.
Steen van glas
Het heeft zijn ingetogen en chique elegantie vooral te danken aan zijn buitenkant. Deze bestaat uit een constructie bestaande uit stijlen, regels en glas. Het glas is aan de binnenzijde bedrukt met doorschijnende motieven van de fotograaf Stefan Müller. De op ware grootte afgebeelde stenen structuren op het glas gedrukt en geven de buitenkant een albasten uiterlijk. Het lijkt op een soort stucco lustro op glas.
De gevel van de bibliotheek in de nacht. Fotograaf Stefan Müller
Geveltechniek
Het idee voor de motieven ontstond tijdens een bezoek aan de Trosselfels-steengroeve bij Regensburg. De foto’s werden met uv-uithardende inkt en een uv-brander op het glas gefixeerd. Deze geveltechniek zorgt zowel binnen als buiten, bij dag- en kustlicht, voor een sprookjesachtige sfeer. Dit werkt in het hele gebouw door, omdat de gevelconstructie op alle etages te ervaren is als een beschermende ruimtezone tussen de lichte buitenkant en het introverte leesgedeelte.
Indeling
Op de begane grond bevinden zich gesloten programmaonderdelen zoals de garderobe, de kluisjes, de mediaruimtes, de uitleenbalie en de administratie. Daarnaast is het archief in het souterrain compact en deels verborgen ingericht. De leeszalen op de bovenste drie verdiepingen omgeven door galerijen met leeshoeken zijn opener.
Interieur
Het binnenvallende daglicht wordt gebroken door membranen die onder de bovenvensters zijn aangebracht, zodat de sfeervolle, met kersenhout ingerichte hoge zaal wordt gevuld met diffuus licht. Het staalbetonskelet is grotendeels bekleed met kersenhout. De media- en ventilatievoorzieningen zijn ondergebracht in de niet-dragende kolommen die tevens zijn bekleed met kersenhout. De lichte linoleumvloer maakt het geheel af. Dudler ontwierp ook het meubilair, wat zorgt voor een harmonieuze eenheid.