Toelichting door Rijnbout - “The Garage”, zoals het gebouw inmiddels is gedoopt, is de uitkomst van een huwelijk tussen ambitieus opdrachtgeverschap, diepgaand architectuurhistorisch onderzoek, vakmanschap en een onalledaagse kijk op het herbestemmen van een rijksmonument.
De transformatie laat zich beschrijven als een proces van vallen en opstaan, waarbij het gebouw, in nauwe samenspraak met de RCE, het Bureau Monumenten en Archeologie van Amsterdam en welstandscommissie, stukje bij beetje werd teruggegeven aan de stad. Met voortschrijdend inzicht en engelengeduld werd het monofunctionele en ‘koude’ garagegebouw, omgezet naar een multifunctioneel en comfortabel werkgebouw voor vandaag.
Een modern kantoorgebouw vraagt om een state-of-the-art verblijfsklimaat. Behalve de toetreding van daglicht, een soepele ontsluiting en flexibele indeelbaarheid, vereist dit de aanwezigheid van een technische installatie die, ongeacht de uiteindelijk indeling, elke plek voorziet van voldoende ventilatie, verwarming en koeling, (aanvullende) verlichting en comfortabele ruimte-akoestiek.
Er is de principiële keuze in aanpak die te maken heeft met de vraag: ‘contrasteren of blenden’? Krijgt wat wordt toegevoegd aan het bestaande een eigen taal, waardoor in het contrast afleesbaar is wat ‘origineel’ is en wat niet? Of valt de keuze op blenden vanuit het streven oud en nieuw in samenhang te brengen tot één harmonisch geheel?
De integrale aanpak van de transformatie vraagt om een attitude die onderzoek, analyse, ontwerp en uitvoering gedurende het hele proces onophoudelijk op elkaar betrekt. Een aanpak die streeft naar consistentie en precisie, en tegenvallers wegstreept tegen nieuwe ontdekkingen. Het resultaat is de vrucht van alle talent, vakmanschap, kennis, aannames, bijstellingen, onderzoek en analyse, discussies en aanhoudende dialoog met derden.