ARC18: Publiekslocatie Centrum Stadhuis Rotterdam - deMunnik-deJong architecten + Merk X

De essentie is dat in het gehele Stadhuis in zijn vernieuwen, renovatie en restauratie consequent in één handschrift wordt doorgevoerd. Het harmonisch bij elkaar brengen van de details in een monument met de eisen van hedendaags architectuur. Het is een architectonische opgave, het vereist kennis van een opeenstapeling van details uit het begin van de vorige eeuw versus de nieuwe eisen die gesteld worden aan monumentale ruimtes en hedendaagse programma's.

toelichting door deMunnik-deJong architecten + Merk X

De bestaande indeling, kleuren en materialen waren niet afgestemd op de heldere structuur van de monumentale ruimte. De ruimtes waren verrommeld en de installaties voldeden niet meer. Bij vorige verbouwingen waren de balies weggestopt aan de zijkanten van de drie overdekte binnenhoven. De structuur van het oorspronkelijke ontwerp van het Stadhuis door Henri Evers uit 1914-1920 was hierdoor niet meer afleesbaar.

Het nieuwe ontwerp bouwt voort op het ontwerp van Evers en is in lijn met eerdere renovaties van het Stadhuis die door hetzelfde team zijn gedaan.

De servicebalies zijn teruggeplaatst in het centraal gelegen hof. Aan weerszijden van de servicebalies bevinden zich twee wachtgebieden met speciaal ontworpen ingelegde tapijten en kroonluchters met een diameter van ruim 7 meter.

Het uitgebreide programma van de Stadswinkel omvat een groot aantal spreek- werkplekken. Om deze plekken visueel en ruimtelijk te verbinden met de Stadswinkel zijn er openingen gemaakt binnen de structuur van Evers’ ontwerp. De openingen zijn al dan niet voorzien van een pui uit staal en glas.

Léon Wielaard, vastgoedontwikkelaar bij Gemeente Rotterdam: “Het was een hele puzzel om alle gewenste diensten in te passen in de bestaande architectuur. deMunnik-deJong & Merk X hebben zich laten leiden door de oorspronkelijke, heldere structuur van Evers en deze verbonden met een eigentijds, uitnodigend interieur waarin veel mensen zich prettig voelen. De ruimte straalt grandeur uit en bergt intimiteit in zich. Zo is het servicecentrum precies de plek geworden die wij voor ogen hadden: een efficiënte werkplek, uitnodigende publiekslocatie en overweldigend visitekaartje in één.”