In de huidige inrichtingsvarianten voor Het Nieuwe Werken wordt de ruimtelijke vertaling van ‘een open en transparante organisatie’ vaak te letterlijk genomen. Er wordt een inrichting ontworpen met zo weinig mogelijk wanden en veel glas. In de uitwerking betekent dit meestal open bureaulandschappen, die daarmee sterk lijken op de kantoortuinen uit de jaren tachtig. Tegelijkertijd komen dan ook weer enkele oude problemen van de kantoortuin terug: geluidsoverlast en gebrek aan privacy. Deze problemen staan in de top tien van ergernissen van werknemers, aldus het bureau.
Het ‘Salonconcept’, dat Bos Alkemade architecten ontwikkelde, bestaat uit flexibele werkplekken in beschutte ruimten. Door dichte en open wanden worden in de vrije vloeroppervlakten verschillende plekken gecreëerd. Kleurvlakken op de wanden en vloeren geven de plekken een eigen identiteit en vergemakkelijken de oriëntatie in het gebouw. Het Delftse onderzoekbureau Center for People and Buildings onderzocht verschillende werkomgevingen. Het Salonconcept valt binnen de vierde generatie.
Kantoorconcept diagram - Center for People and Buildings
Naast het interieur is tevens een kleine uitbreiding gerealiseerd. Aan de buitenzijde is niet veel gelegenheid om de opdrachtgever te profileren. Daarom is voorgesteld om een klein vergadergebouwtje uit te bouwen bovenop het dak van de parkeergarage in de oksel van het kantoorgebouw. Een ondankbaarder plek om een uitbreiding te maken is nauwelijks denkbaar. Maar met aandacht en liefde is alles mogelijk. Het is een symbiotische relatie geworden, het grote kantoorgebouw wordt er ook mooier en interessanter van, aldus het bureau.