Alles over Bart Lootsma

Gezicht op de Erasmusbrug vanaf de Wiilemskade. Artists impression van Cas Schook

Erasmusbrug in Rotterdam door Ben van Berkel

De iconische brug die het stadsbeeld van Rotterdam voor altijd heeft doen veranderen: de Erasmusbrug. Afgelopen week wist hij tijdens het Songfestival ook weer even de show te stelen. Met succes. Reden genoeg om hem nog even op het podium te hijsen met dit artikel uit 1991!

KunstHAL in Rotterdam door OMA

SELECT Jaren 90: Opkomst van Superdutch in de Nederlandse architectuur

In de jaren 90 zoeken Nederlandse ontwerpers naar de grenzen van de architectuur. Vanuit een sterke conceptuele analyse komen de architecten met radicale antwoorden voor complexe vraagstukken. Wat kunnen we vandaag de dag leren van deze Superdutch-beweging?

Voorgevel - Daria Scagliola en Stijn Brakkee

Fotoreportage Hollandiaterrein in Schiedam door Kees Christiaanse

Door Bart Lootsma - Eerder al stond de Architect uitvoerig stil bij het ontwerp van Kees Christiaanse voor de Dedemsvaartweg in Den Haag. In dit nummer gaat Bart Lootsma in op het recente werk van Christiaanse, en met name op diens werkwijze. In overeenstemming met de veranderingen in de architectuurpraktijk, waarin de positie van de architect als bouw meester en creatief meesterbrein onder invloed van de onderhandelingssamenleving steeds meer onder druk is kom en te staan, ziet Christiaanse voor de architect en de stedebouwer in de eerste plaats een rol weggelegd als organisator. Wat heeft dat concreet voor gevolgen voor de praktijk van de architect en vooral ook: wat heeft dat voor gevolgen voor architectuur en stedebouw? Een tussentijdse evaluatie van een werkwijze.

Beeld Hans Werleman

Villa Max 1 in Leeuwarden door Rianne Makkink en Rients Dijkstra

Door Bart Lootsma - Aan de rand van een nieuwbouwwijk in Leeuwarden-Oost staat tussen de fermettes die het reguliere beeld van wijken voor de vrije sector uitmaken sinds kort een opmerkelijke villa. "Dit moet het lelijkste huis van Nederland zijn", was mijn eerste reactie. Maar het merkwaardige is dat die constatering gepaard ging met een immens plezier. Want het was meteen duidelijk dat in dit huis een spel wordt gespeeld met een aantal woonclichés dat een steeds grotere groep Nederlanders juist heel mooi vindt. Bovendien was ik er al snel van overtuigd dat de beleving van het huis van binnenuit veel meer te bieden heeft dan de huizen uit de omgeving: een schitterend uitzicht en royale leefruimtes door een optimaal gebruik van het bouwvolume. Genoeg argumenten dus om met evenveel recht te kunnen spreken van 'het mooiste huis van Nederland'. De waarheid ligt niet in het midden, maar overstijgt de grenzen van deze discussie.

Fotoreportage Studentenhuisvesting Sdsh in Delft door Kees Christiaanse

Door Bart Lootsma - Eerder al stond de Architect uitvoerig stil bij het ontwerp van Kees Christiaanse voor de Dedemsvaartweg in Den Haag. In dit nummer gaat Bart Lootsma in op het recente werk van Christiaanse, en met name op diens werkwijze. In overeenstemming met de veranderingen in de architectuurpraktijk, waarin de positie van de architect als bouw meester en creatief meesterbrein onder invloed van de onderhandelingssamenleving steeds meer onder druk is kom en te staan, ziet Christiaanse voor de architect en de stedebouwer in de eerste plaats een rol weggelegd als organisator. Wat heeft dat concreet voor gevolgen voor de praktijk van de architect en vooral ook: wat heeft dat voor gevolgen voor architectuur en stedebouw? Een tussentijdse evaluatie van een werkwijze.

Fotoreportage Wijnhaveneiland in Rotterdam door Kees Christiaanse

Door Bart Lootsma - Eerder al stond de Architect uitvoerig stil bij het ontwerp van Kees Christiaanse voor de Dedemsvaartweg in Den Haag. In dit nummer gaat Bart Lootsma in op het recente werk van Christiaanse, en met name op diens werkwijze. In overeenstemming met de veranderingen in de architectuurpraktijk, waarin de positie van de architect als bouw meester en creatief meesterbrein onder invloed van de onderhandelingssamenleving steeds meer onder druk is kom en te staan, ziet Christiaanse voor de architect en de stedebouwer in de eerste plaats een rol weggelegd als organisator. Wat heeft dat concreet voor gevolgen voor de praktijk van de architect en vooral ook: wat heeft dat voor gevolgen voor architectuur en stedebouw? Een tussentijdse evaluatie van een werkwijze.

KunstHAL in Rotterdam door OMA Beeld Stijn Brakkee/Daria Scagliola/Hans Werlemann

KunstHAL in Rotterdam door OMA

Door Bart Lootsma/Jan de Graaf - In de jaren tachtig werden musea de paradepaardjes van de architectuur. Een beetje beroemde architect uit die periode heeft dan ook een museum op zijn naam staan. Parallel aan een terugkeer in de kunst naar het ezelschilderij en de sculptuur en de herbezinning op de kunstgeschiedenis werd in de museumarchitectuur de grote, flexibel in te richten ruimte vervangen door een traditioneel stelsel van begrensde zalen en galerieën. Het museum werd na de woelige jaren vijftig en zestig opnieuw een oord van (historische) reflectie. Dit kwam tot uitdrukking in de postmoderne architectuur van de gebouwen. OMA heeft ondanks haar internationale faam nooit een museum gerealiseerd. De interessantste bijdrage van oma aan het architectuurdebat ligt dan ook niet zozeer in de historische reflectie als wel in het ensceneren van intensieve ervaringen. In dat licht bezien is het logisch dat, na het Nederlands Danstheater in Den Haag, het tweede cultuurgebouw dat OMA realiseert geen museum is, maar een KunstHAL.

Museum voor Moderne Kunst, Frankfurt, 1983-91. Op de punt van het gebouw staan sculpturale toevoegingen die benadrukken dat het hier om een cultusgebouw gaat.
Foto: Van der Vlugt & Claus

Museum für Moderne Kunst in Frankfurt am Main door Hans Hollein

Bart Lootsma - Na jaren van schijnbare windstilte werden van de Oostenrijkse architect Hans Hollein kort na elkaar maar liefst drie grote gebouwen opgeleverd: het multifunctionele Haas-Haus en een school in Wenen en in Frankfurt het Museum voor Moderne Kunst. In alle drie gevallen gaat het om gebouwen met een uitgebreid en ingewikkeld programma op een complexe locatie die eigenlijk te klein is. Hollein heeft die problematiek zichtbaar als uitdaging opgevat en hij heeft met een bijna onnavolgbare virtuositeit op alle niveaus de complexiteit tot kwaliteit willen verheffen. Bovendien heeft hij geprobeerd om alle thema's die hij in zijn oeuvre heeft uitgewerkt -het gebouw in het landschap en de verhouding tot de genius loei, de cultus, de architectuur als communicatiemedium- met elkaar in synthese te brengen. Holleins laatste gebouwen zijn ware lessen in architectuur, 'Gesamtkunstwerke' die tot in het kleinste detail zijn bedacht en doordacht. Dat ze daardoor vaak een bepaalde mate van ontspannenheid en vanzelfsprekendheid missen en vooral vaak de emotie ontbreekt die bij echt grote architectuur hoort is jammer, maar doet niets af aan de kwaliteit van deze gebouwen, die als altijd bij Hollein in de eerste plaats gebouwde manifesten zijn.

Recent verschenen