ARC20: Central Innovation District Den Haag - De Zwarte Hond

Enkele jaren geleden is het Central Innovation District (CID) als concept geboren om Den Haag economisch minder afhankelijk te maken van de rijksoverheid als werkgever. Het gebied moet uitgroeien tot de motor van de lokale economie. De structuurvisie biedt een integrale langetermijnvisie op de ruimtelijke ontwikkeling van het gebied, ten aanzien van het ruimtelijk raamwerk, de mobiliteitstrategie, programmering van economische functies en woningbouw en duurzaamheid. Daarnaast bepaalt de structuurvisie de contouren van de programmatische opgave van de prioritaire deelgebieden, zorgt voor de verbindingen en borgt de onderlinge samenhang. De drie stationsgebieden rondom Centraal, HS en Laan van NOI worden samengesmeed tot één samenhangend, gemengd en gedifferentieerd centrummilieu. Dit gebied wordt gekenmerkt door een hoge concentratie van woningen, werkplekken, winkels en andere voorzieningen. Het krijgt een hoge verblijfskwaliteit en een uitstekende bereikbaarheid. Door een raamwerk van drie verschillende sferen vast te leggen ('reuring', 'rust' en 'ruis') wordt een goede balans gecreëerd tussen gebieden waar veel activiteiten plaatsvinden en zones waar in alle rust gewoond kan worden.

Toelichting stedenbouwkundige - Het Central Innovation District (CID) is het gebied in Den Haag tussen en rondom de drie stations Centraal, HS en Laan van NOI. Het CID is het economisch hart van Den Haag en de regio en heeft enorme ontwikkelmogelijkheden. De Zwarte Hond speelde een grote rol bij de totstandkoming van de structuurvisie voor het gebied. In nauwe samenwerking met de gemeente werkte De Zwarte Hond aan de structuurvisie en verschillende onderdelen zoals de structuurvisiekaarten, een reeks verdiepende studies. Het zogenoemde inspiratiedocument vormde de basis voor het geheel. Witteveen + Bos heeft dit uiteindelijk vertaald naar de planologisch juridische tekst.

Kwalitatieve zonering

Het CID is een bonte mix van wonen, werk en voorzieningen. Dit levert niet alleen een levendig en aantrekkelijk straatbeeld op, maar zorgt ook dat verschillende functies van elkaar kunnen profiteren, dat kruisbestuiving plaatsvindt en een hoog voorzieningenniveau ontstaat. Binnen het CID geeft een kwalitatieve zonering richting aan initiatieven. Straten en bouwblokken krijgen een profiel: ‘rust’, ‘reuring’, ‘ruis’ of een combinatie daarvan. Zo wordt een gezonde balans gegarandeerd, waarin rustige woonmilieus en dynamische woon-werkomgevingen naast elkaar kunnen bestaan.

Verdichtingsopgave

Nu al levert het CID werk voor bijna 80.000 mensen en telt het 30.000 studenten. Er wonen 45.000 mensen in het gebied, in 23.000 woningen. Maar de gemeente wil hier meer economische groei en vernieuwing. Er kunnen 20.000 woningen en 25.000 banen worden toegevoegd. Deze enorme verdichtingsopgave vraagt om intensief en meervoudig ruimtegebruik. Uiteindelijk moet het CID een aantrekkelijk gebied worden om te werken, wonen en te recreëren – een centrummilieu, dat de omvang van het huidige centrum verdubbelt.

Openbare ruimte

Anders dan de huidige binnenstad wordt het CID nu gedomineerd door grote infrastructuur. De programmatische en economische ambities van het CID vragen echter om een openbare ruimte die uitnodigt tot ontmoetingen en uitwisselingen. Daarin moet de voetganger voorrang krijgen, want verblijfskwaliteit is de sleutel tot succes. Daarbij geldt: zonder mobiliteit-transitie geen centrummilieu – en vice versa.

Langzaam-verkeersroute

Op strategische plekken zijn dus grote ingrepen ten behoeve van de verblijfskwaliteit noodzakelijk. Daarbij ligt de focus op de verbindende assen tussen de stations en het historisch centrum. Eén van die plekken is het Schenkviaduct. Dit viaduct verbindt oost met west, maar is een barrière tussen noord en zuid. In de structuurvisie wordt het Schenkviaduct een langzaam-verkeersroute die de Schenk weer in ere herstelt. De groenblauwe kwaliteiten zijn voor heel het CID van waarde en bieden nieuwe kansen voor de Rivierenbuurt.

Verbindende assen

Ook twee andere verbindende assen tussen de stations en het historisch centrum zijn essentieel in de toekomstplannen, namelijk het Rijswijkseplein en het Prins Bernhardviaduct. Door op het Rijswijkseplein het water weer zichtbaar te maken, wordt de omgeving klimaatadaptiever en aantrekkelijker voor verblijf. Langzaam verkeer krijgt voorrang boven de auto. Nieuwe ontwikkelingen voegen functies toe die de omgeving vooruit helpen.

Campusboulevard

Het Prins Bernhardviaduct wordt heringericht tot Campusboulevard, waarop langzaam verkeer dominant is. Zo wordt de zuidzijde van het Centraal Station een aantrekkelijk gebied en neemt de bereikbaarheid van het Beatrixkwartier toe. Nieuwe bebouwing aan de boulevard omvat een uitbreiding van de Haagse campus van de Universiteit Leiden, kantoren voor rijksambtenaren en culturele voorzieningen.