Het verhaal van Het Platform, een project waar herpositionering van een adviesbureau hand in hand gaat met gebiedsontwikkeling door Schipper Bosch.
BEGIN
September 2016 ontvangen we een kennismakingsverzoek van adviesbureau Twynstra Gudde. We kennen ze als ‘anchor tenant’ in het Amersfoortse stationsgebied. Hier waren ze in 1997 grote aanjager van de grootschalige vernieuwing die minstens zo grootschalig was als de Amersfoortse Vinex uitbreidingen. Vanaf station tot rivier de Eem zou rond het spoor een nieuw zakelijk centrum verrijzen middels sloop nieuwbouw. De bulldozers hielden echter halt bij de Prodentfabriek waar Prodent tot 2012 tandpasta is blijven produceren. Op dat moment, 2012 is midden in de crisis, is er van Amersfoortse stadsvernieuwingsdrang weinig over. Als laatste grootschalig plan is het Eemplein net opgeleverd, een project waar de stad miljoenen heeft moeten bijleggen.
DE NIEUWE STAD
Na het vertrek van Prodent heeft ontwikkelaar Schipper Bosch de architectonisch bijzondere fabriek gebruikt als aanjager voor ontwikkeling van het Oliemolenkwartier in Amersfoort. Samen met de gemeente Amersfoort, de bewoners, huurders en andere stakeholders werd het bottom-up getransformeerd tot een vernieuwende en bruisende plek: De Nieuwe Stad. De fabriek kon hiermee in rap tempo herontwikkeld worden in crisistijd en werd al snel volledig ‘bewoond’ door een mix van bedrijven uit verschillende sectoren, variërend van zakelijke dienstverlening en onderwijs tot horeca en de culturele sector. Er ontstaat een wachtlijst, waarop ook mensen staan die maar voor een deel van de week een werkplek zoeken. In het hoofd speelt hierdoor dat we niet enkel ruimtes zouden moeten verhuren, maar we ook flexibel te gebruiken werk- en overlegplekken zouden moeten gaan aanbieden. Tevens hangt er nog een schets aan de muur om de grootste hal van de Prodentfabriek op te toppen, om de achtergelegen architectuur van de buren niet langer het gebied te laten domineren.
REVOLUTIE
Voor Twynstra blijkt anno 2016 de glans er wel af naast het station. Het te ruim bemeten kantoor nabij het grootste spoorknooppunt van Nederland was altijd een trekker voor klanten en medewerkers, maar is weinig aantrekkelijk meer. Te generiek, outdated, desolaat en financieel een aderlating. Er is een behoefte meer contact te hebben met de stad, de maatschappij en met nieuwe generaties. Ze beginnen flirts met vastgoedaanbieders om de zoektocht naar Flexibiliteit, diversiteit, samenwerking, beleving en authenticiteit beantwoord te zien. De aanbieders van flexibele werkomgevingen bieden flexibiliteit. De een wat meer diversiteit, samenwerking en beleving dan de ander. Authenticiteit blijft een issue. Opgaan in een flexibel (repliceerbaar) werkconcept betekent ook het eigen imago grotendeels opgeven en weer terechtkomen in generieke kantoorgebieden. In de Nieuwe Stad ziet Twynstra Gudde diversiteit, samenwerking, beleving en authenticiteit, maar er wordt nog geen flexibiliteit aangeboden, laat staan een kantoor van voldoende omvang.
SYNERGIE
De kennismaking blijkt een regelrechte hit. De missende puzzelstukjes blijken te leggen. Ja, we zien een mogelijkheid voor een additioneel kantoor- en werkprogramma en ja, dat kan flexibel. We trekken tijd uit voor uitvoerige locatiebezoeken aan het bestaande kantoor. Het voelt alsof we in een onheilspellende film terecht zijn gekomen. Verdieping na verdieping treffen we enkele medewerkers, met name secretaresses, aan in een zee van lege werkplekken.
Dit kantoor blijkt alleen op vrijdag prettig als alle medewerkers samenkomen van hun opdrachten verspreid over het land. Het is niet alleen een killer voor de financiën maar ook voor het werkplezier.
Hoe kunnen we een kantoor maken dat de hele week prettig bezet voelt voor de in de minderheid zijnde locatiegebonden medewerkers en tevens net zo goed functioneert als iedereen ten kantore is?
We zien een enorme kans om het gedroomde flexibele werkconcept te realiseren. Waar we hiervoor vooralsnog maandag t/m donderdag de meeste verhuurkansen zagen.
Huisvesting voor de huisvestingsadviseurs. We maken ons op voor de ontvangst van een stevig programma van eisen, want daar kennen we Twynstra Gudde van. Maar er komen enkel screenshots van 12 powerpointsheets met het gewenste aantal werkplekken, de gewenste flexibiliteit en de gewenste prijsstelling. That’s it. We bellen na, of er misschien iets mis is gegaan, maar nee.
We verdiepen ons in de kantorenbranch. We komen erachter dat een voortdurende zoektocht is naar nieuwe sensaties voor de ‘te huisvesten’. Nog digitaler, nog rauwer, nog maatschappelijker en/of nog meer design. Oud is, zeker op interieurgebied, fout. Kantoren zijn drukkende complexen van ruimtes, voorwerpen, beelden en intenties waar bedrijven op gebruikers - ons inziens - onmogelijke zelfbeelden projecteren. De kantoorhuurders van nu tippelen zoekend van het ene naar het andere werkconcept, als zakelijke zwervers geworden, om hip genoeg te zijn en te blijven, maar verloren van zichzelf. Komt nog bij dat de architectuur en kantoorinrichting elkaar volstrekt kwijt zijn.
We beginnen Twynstra Gudde te waarderen. Ze hebben 30 jaar stand gehouden op één plek, en blijken ook nog eens een baanbrekende kunstcollectie te bezitten. Het bedrijf is altijd kracht blijven toeschrijven aan kunst en kunstenaars. Dát is – los van kantoortrends – je mentaliteit echt uitdrukken.
TEGENKANTOOR
Kan er totaal onbevangen over een kantoor nagedacht worden? We willen eigenlijk helemaal geen kantoor maken voor consultants, noch een bastion voor een corporate. We beginnen met een grote schoonmaak: zo min mogelijk Arbo, cruciale functies buiten het gebouw, geen systeemplafonds en flexibel. Elimineren wat overtollig is.
Als onze inhouse architecten de vierkante meters uittekenen blijkt het kantoor net zo groot als het dakvlak van de hal. De maat van het dak maakt het een deepplan kantoor. Een typologie die zich prima leent voor de fluctuerende bezetting. Bij minimale bezetting blijven medewerkers elkaar met regelmaat tegenkomen en voelt het nooit als een desolaat kantoor.
Maar liever tekenen we vrij en maken collages. Van alles passeert de revue: een camping, een bos, een labyrint… alle modellen hebben gemeen dat wat voor cluster je ook maakt; energie en informatie (stroom, data, warmte cq. koeling) zal verbonden moeten zijn. We besluiten om dit alles in de vloer op te nemen. Onder onze vingers ontstaan de structurerende rasters van Superstudio. Het is een lonkend perspectief: de vrijheid van een ruimte waarin mensen, voorwerpen en kunst in al hun eenvoud een keur van sprankelende gedachtes vertegenwoordigen en dragers zijn van een persoonlijke waarheid en hoop voor een betere wereld.
Voor de volledige tekst, zie pdf in bijlage