Toelichting: Dhooge & Meganck Architectuur
Die schijnbare, fysisch sterk voelbare ‘moeilijkheden’ zien wij als opportuniteiten die het concept bijna natuurlijk hebben doen ontstaan. Het samenbrengen van de verschillende randvoorwaarden van de site, het programma en de oriëntatie, hebben gezorgd voor een zeer specifiek gebouw. Het is allesbehalve generiek, maar zeer genereus.
Het plan en de snede kunnen gelezen worden als een vertaling van de manier waarop we licht en zicht willen capteren in elke ruimte. Welk licht en zicht op welk moment aanwezig moet zijn bepaalt onze structuur en het plooien van de ruimte, als het ware natuurlijk gegroeid.
Zo ontstaat op de eerste verdieping een cascade aan zichten die zicht sluit naarmate men de ruimte instapt en terugkijkt. Op het gelijkvloers daarentegen opent de ervaring van licht en zicht zich naar boven en naar achter toe zodat je stapsgewijs en niet in één aanblik de grenzen ontdekt.
Eén raam neemt geen zicht, maar verdeelt het zicht in vlakken figuurglas uit respect naar de buur toe. Aangezien zowel ons architectenbureau als de bouwheer gevoelig zijn aan de aanwezigheid van het ‘getal’ in de werken van Bach, is de verdeling van het glasraam gebaseerd op zijn Suite no 1 in G Major, prélude.
De verdieping wordt gedragen door Kerto-spanten die op onze tekentafel zijn ontstaan en op maat gemaakt zijn. Ze tonen letterlijk de verdeling van de op te nemen krachten. De vormgeving van de ramen zelf komt voort uit het volgen van de daklijnen zodat het leunen tegen de hoge appartementswand en het knielen naar de tuinmuur toe duidelijk aanwezig blijft en we niet vervallen in een massief volume met raamopeningen.
Het geheel is zo een bijna absolute vertaling van de inherente kwaliteiten van de plek.