EPR Nijmegen - Wiegerinck architectuur stedenbouw

EPR is de eerste Smart Factory dat een nieuw pand heeft neergezet op de Novio Tech Campus in Nijmegen. Wiegerinck architectuur stedenbouw is verantwoordelijk voor het ontwerp en het interieur van een gebouw waar productie en kantoor integraal zijn samengebracht.

Toelichting door Wiegerinck architectuur stedenbouw

Hightech industrie

EPR is gespecialiseerd in het slim mee-ontwerpen en produceren van elektronische printplaten (PCB’s), modules en systemen voor de hightech industrie. Als locatie is daarom zorgvuldig gekozen voor de Novio Tech Campus in Nijmegen. Met de nieuwbouw heeft EPR meteen de kans gegrepen om haar proces te verbeteren. Gezamenlijk is er gekeken naar wat nodig is en wat niet meer gebruikt wordt. om efficiënt gebruik te maken van de benodigde ruimte in het nieuwe pand. Een bedrijf in de high-tech industrie ís constant onderhevig aan innovaties en veranderingen in de markt. Dat heeft Wiegerinck goed begrepen en vertaald in een ontwerp met een hoge mate van flexibiliteit voor de technische aansluitingen en wat een optimale proces flow volledig ondersteund. De uitdaging om EPR te verhuizen van een standaard bedrijfshal naar een high end kantooromgeving is uiteindelijk met weinig compromissen gelukt.

EPR Novio Tech Campus Nijmegen Wiegerinck Architecten Foto: William-Moore
Foto: William Moore, Nijmegen

Innovatie en flexibiliteit

Er is door Wiegerinck architectuur stedenbouw gekozen voor veel glas en open ruimtes voor transparantie en verbinding wat naadloos aansluit op de identiteit van EPR. De productie van de modules vindt niet meer plaats in visueel afgesloten productiehallen, maar zijn goed zichtbaar vanuit de centrale vide als vanaf buiten. Het nieuwe gebouw huisvest tevens de ondersteunende kantoorafdelingen en is voorzien van een compact volautomatisch magazijnsysteem.

EPR beschikt over een diversiteit van aansluitingen, welke nodig zijn om op de productieafdelingen te kunnen werken. Deze aansluitingen variëren van stikstof, perslucht, vacuüm en puntafzuiging tot data en krachtstroom. Omdat een bedrijf in de high-tech sector constant onderhevig is aan innovaties en de wisselende marktvraag, heeft Wiegerinck gezocht naar een hoge mate van flexibiliteit van de technische aansluitingen. De brede koven tussen de raamopeningen, herbergen de aansluitingen welke vandaag de dag nodig zijn, maar zijn in de toekomst flexibel aanpasbaar. De ingebouwde schermen houden productiemedewerkers op de hoogte van real-time voorraden en projectplanningen.

EPR Novio Tech Campus Nijmegen Wiegerinck Architecten Foto: William-Moore
Foto: William Moore, Nijmegen

Transparantie, verbinden en ontmoeten

Het atrium, de verbindende factor tussen alle onderdelen van de innovatiecyclus vormt de basis van het ontwerp. Hier bevinden zich de trappen die de verdiepingen met elkaar verbinden maar ook de pantry en de (in)formele overlegplekken. Door de grote lichtinval en transparantie is er een aangename werkomgeving gecreëerd.

Verschijningsvorm en materialisatie

De Novio Tech Campus bestaat uit een verzameling gebouwen welke dateren uit de jaren 50-60, toen de hele campus nog in eigendom van Philips was. Deze gebouwen kenmerken zich door een heldere rationele structuur en zijn vanaf het exterieur goed ‘leesbaar’. De nieuwbouw van EPR sluit hier in de basis op aan: een ‘leesbaar’ gebouw met een heldere structuur. Deze structuur is opgebouwd uit betonnen schijven (Microbeton) en verdiepingshoge glazen puien gecombineerd met verticale houten latten. Deze betonschijven vervullen naast hun bijdrage aan de architectonische verschijningsvorm een functie als bouwkundige zonwering en als filter richting de omliggende wegen. In het voorbijgaan wordt het gebouw transparant en laat het haar bedrijfsactiviteiten zien aan de buitenwereld. De toepassing van deze kaders verschilt per geveloriëntatie: de zuidelijk georiënteerde gevels kennen zowel verticale als horizontale schijven, waar de noordelijk georiënteerde gevel vlak is vormgegeven. ‘We hebben bewust gekozen voor slechts twee materialen in het gevelvlak zodat het gebouw een bepaalde rust en degelijkheid uitstraalt.’’ Deze consistentie in materiaalgebruik is zelfs in de gevel van de techniekruimte (dakopbouw) zichtbaar: een open gevel van houten latten.

Dit materiaalgebruik is ook in het interieur doorgezet. De benodigde techniek is volledig uit het zicht gepositioneerd. Afgezien van de vier kolommen is er geen constructie zichtbaar, wat de transparantie versterkt. In het interieur zijn drie kleurtonen gebruikt: naturel eikenhout voor de kernen, lichtgrijs voor de gietvloeren en wit voor de wanden en plafonds. De kleur zwart komt als accentkleur terug in diverse (vergader)tafels en stoelen, gecombineerd met diverse houttinten.